Deze les vraagt wederom van je om met totale bereidheid open te staan voor het idee dat het Kennen van ware en onware gedachten gedeeld wordt met alle denkgeesten, dit te oefenen en dus te herhalen en in praktijk proberen te brengen met ontoorlogen.
Het gaat erom dat we ons in elke interactie met de zogenaamde anderen er meer en meer van bewust worden geen lichaam te zijn maar vormloos gewaarzijn, zonder dat we als ‘persoon’ iets moeten doen of laten anders dan de HG voor ons alles qua onware fantasiegedachten te genezen in onze denkgeest. In feite hoeven we alleen maar bereid te zijn om echt te willen zien wat ons geleerd wordt: dat we met die hulp bij ons kunnen leren kiezen tussen God=liefde of het egogelijk.
Natuurlijk zal het ego opnieuw met gedachten over schuld van anderen, god, doenerschap van iets moeten doen of laten en/of speciaalheid van ik weet het beter dan jij, de les proberen te dwarsbomen waardoor het wellicht moeilijker lijkt dan het van nature is.
Nu ik onderken dat mijn (ware en onware) gedachten altijd met anderen (DG-ten) worden gedeeld, ben ik vastbesloten (de ware gedachte weer te willen) te zien. Ik wil (als DG niet als pop jan) naar de getuigen (van de HG leren) kijken die me tonen dat het denken van de wereld is veranderd. Ik wil (van poppenspeler met droomkracht genezen zoon van God) het bewijs aanschouwen dat wat via mij (door de HG genezen DG) is gedaan, gemaakt heeft dat liefde de plaats kon innemen van angst, lachen de plaats van tranen en overvloed de plaats van verlies. Ik wil de werkelijke wereld zien en die mij laten leren dat mijn wil en de Wil van God één zijn.
Om jezelf weer te kunnen herkennen als Zoon van God en de onschuld van dromer en zijn hele droominhoud, is het belangrijk om werkelijk in te zien dat je denkgeest niet afgescheiden is van ‘andere’ denkgeesten, inclusief die van God. Hiervoor hoef je, en kun je, als pop jan in de poppenwereld, niets doen, behalve de HG om hulp vragen je om je denkgeest (en daarmee die van iedereen) te mogen genezen van de waan van afgescheidenheid en dat God dat gewild en gemaakt heeft in plaats van wij als de Zoon.
De ware vergeving zal ervoor zorgen dat je je als dromenmaker niet meer schuldig voelt, de zogenaamde droomgevolgen zijn namelijk nooit werkelijk gebeurd en hebben Zoon noch God als eenheid veranderd.
Jij als pop bent net als de rest van de poppen slechts een marionet, een illusoir idee dat fungeert in een oorlogsscript, dat projecteert met verbeelde fantasiegedachten in een deel van je eigen denkgeest, die in een ander deel de Bron, God, nooit heeft verlaten. Dit God als onze Eerste Oorzaak en schepper zien is wat alle denkgeesten met elkaar delen, die ene gedeelde Denkgeest kent alle ware gedachten en die onware gedachten komen alleen voorbij in dat deel van onze denkgeest dat zich ogenschijnlijk heeft afgescheiden van de Eerste Oorzaak.
Omdat het niet mogelijk is om dit als pop die acteert en slechts zijn script moet spelen te behappen, zullen we de HG moeten vragen ons de kans te geven onszelf weer te mogen herinneren als Denkgeest die de droom zelf maakte. Want vergeet niet: we hebben zelf als Zoon van God in onze kennendheid van gedachten een droomidee gemaakt waarin we onware gedachten zijn gaan volgen en geloven als ‘echt waar’. Dit maakt dat we zijn gaan denken een individueel schuldig poppenlichaam te zijn in plaats van de droomkracht zelf, de schepper van de hele illusie.
Het enige wat we in deze waak-droomtoestanden doen, is het volgen van het gedicteerde lichamelijke-uitbreiding/dualistrijd/pijn-en-doodgaan-script, dat we zelf met fantasiegedachten tot beelden geprojecteerd en in onze eigen denkgeest hebben willen zien.
We worden nu uitgenodigd om onszelf weer als de oorzaak te willen zien van de nooit werkelijk gebeurde droom en zijn onschuldige poppenwereld. Het zien van de schuldeloosheid van ons als droommaker en de hele droominhoud is het wonder, het ontwaken, het inzicht dat de hele poppentoestand nooit gebeurd is, het terugvinden van die innerlijke vrede en lekkerheid van God. Dit feit kunnen we onszelf als denkgeest alleen maar realiseren, we kunnen het nooit bereiken.
Het doel dat we het ego hebben gegeven is om de eeuwig scheppende liefdesstem van God zoveel mogelijk te verdoezelen in slachtoffer of dader zijn in de droomscripts met God en anderen als schuld ervan. Hierdoor lijkt het alsof we allemaal individuele, afgescheiden denkgeesten zijn die ieder voor zich in een lichaam vastzitten met een zogenaamd persoonlijk verleden, eigen oordelen, privé-gedachten vol met bevredigingsideeën en -fantasieën. We zijn ervan overtuigd dat we denken met onze hersenen, dat we zien met onze ogen en horen met onze oren en voelen met onze huid. Dat er een buiten ons zou bestaan, gedicteerd door de zintuigen, is een meesterlijke invulling van de poppenspeler om ons te laten geloven dat we écht dit lichaam zijn, dat er écht dualiteit bestaat en dat we dus écht een zonde hebben begaan door onszelf zo van Gods eenheid af te keren en anderen lichamen nodig hebben om ons altijd tijdelijk genotgeluk te brengen. Hoewel we in onze poppenwereld wel kortstondige speciale-relatie-ervaringen kunnen hebben van eenheid of lieflijkheid, zijn we ons er niet van bewust dat onze kennendheid vrij is en voorafgaat aan de ervaring, buiten tijd en ruimte huist. Zonder het te weten is ieder van ons altijd al schuldeloos, tijdloos, bevrijd, de eeuwigheid zelf.
We hoeven ons dus alleen maar een innerlijke, geestelijke discipline aan te leren (geen lichamelijke) om onszelf bewust te laten maken van het idee en feit dat we altijd al Denkgeest zijn, zonder dat er iets bij voor te stellen valt met ons privé-denken.
Wanneer je (nog) niet bereid bent om het idee te aanvaarden en te onderzoeken dat je de tijdloze, ongedefinieerde, kennende Denkgeest bent die je met alle mensen ‘buiten’ je binnen als één denkgeest deelt, zal het veel moeilijker zijn om je denken radicaal te laten veranderen. Je zult dan, gedicteerd door het ego, liefde lichamelijk blijven zoeken in de dualistrijd-huwelijksbedkoorts-wereld met andere lichamen terwijl de werkelijke liefde zich in onze eigenste onveranderlijke Denkgeest bevindt. Pas wanneer er volledige acceptatie is dat wat je zoekt er juist nu-al-is, in je zichzelf kennende kennendheid zelf, zal het mogelijk zijn op te houden met het zoeken naar liefde en geluk in de poppenwereld zal moeiteloos het natuurlijke geluk zelf zijn herinnerd worden.
Dit is echter niet iets wat we als lichaam kunnen beslissen, het is de poppenspeler (de door onszelf aangestelde droomkracht en scriptschrijver) die ons probeert ervan te weerhouden rust en stabiliteit te vinden, door het egoscript heftiger te maken vol met schuld, dualistrijd en doodgaan.
Zo zul je wellicht ook merken dat het het ego veel commentaar en oordelen en veroordelingen heeft op de Cursus en de Werkboeklessen. Want het taalgebruik is te moeilijk, te christelijk met Jezus en Heilige Geest in de hoofdrol, kortom te veel zwevende mensen, et cetera.
Hoe goed we ook ons best doen om als mens in de poppenwereld succesvol, goed genoeg, aardig en gelukkig te zijn, steeds weer zullen we als marionetten plots toch te maken krijgen met vervelende schuld-gedachten, oordelen, angstgevoelens en wraakzuchtige of geile fantasieën die we geregisseerd wel moeten volgen van de regisseur van dit script.
De uitnodiging is en blijft om het geheel van wat we nu lijken te zien met de ogen van pop jan, over te geven aan de onvoorstelbare label van de Heilige Geest die voor ons dat egoscript en zijn maker zal corrigeren en genezen met ware vergeving.
Het lezen en beoefenen van de Cursuslessen is de weerspiegeling van de keuze God of ego, Eeuwig Leven of dood die we in onze denkgeest hebben gemaakt. Het is de neutrale kennendheid van onze innerlijke Heilige Geest die ons de genade van het werkelijke zien brengt, nooit iets wat pop jan doet of laat of heeft meegemaakt. We doen het dus niet als pop zelf, maar het mag gebeuren omdat we dit door onze vrijwillige keuze in de denkgeest zo hebben gewild. Ons poppenlichaam kan namelijk niet zien, het is onze onpersoonlijke, niet-lichamelijke denkgeest die weer tot zelfherinnering komt.
We zullen moeten leren het idee te aanvaarden dat we geen lichamen zijn maar de vorm- en tijdloze denkgeest, om zo onszelf als Zoon van God Zijn weer terug te mogen vinden. Pas dan, wanneer we de werkelijke liefdesgedachte hebben mogen aanvaarden, kunnen we zien dat we die ene liefdeservaring van ons eigenste eigen kennen-zijn altijd al, zonder dat te hoeven voelen, met iedereen delen, dus niet met lichamen, maar als de ene gedeelde Denkgeest die we louter als liefde zijn.
We denken te leven in een wereld waarin we zoeken wat we lekker, fijn, prettig vinden en waarin we de onaangename dingen proberen te vermijden. Maar wat is goed en wat is kwaad? Wat voor de een goed of fijn is, kan voor een ander kwaad zijn. Wat vandaag nog goed lijkt, kan morgen alweer slecht zijn. Het is niet aan ons dit te bepalen, we kunnen het simpelweg niet weten.
Wanneer we dus iets nuttigs, iets ‘goeds’ willen doen in de wereld, wanneer we anderen willen helpen, de problemen in onze omgeving, ons gezin, op het werk of in de maatschappij op willen lossen, zullen we eerst één belangrijk ding moeten leren. We zullen moeten zien wat werkelijk blijvend geluk brengt en wat pijn, dood, schuld en strijd geeft. Zonder zicht op de lekkerheid van wat waar is in ons zal het niet lukken werkelijk jezelf op andere plekken tot hulp te zijn om blijvend geluk zijn te delen.
In onze beleving lijkt het erop dat alles wat we als mens doen (of laten) zelf bedacht, gekozen en uitgevoerd hebben. We achten onszelf als lichaam verantwoordelijk voor de angst en schuld die we oplopen en we wijzen anderen voordurend ‘terecht’ op hun tekortkomingen of misdragingen.
In deze cursus gaat het er echter om anders te leren kijken. Bewust of onbewust hebben we in de denkgeest de keuze gemaakt om deze werkboeklessen te volgen en in praktijk te willen brengen. Dit alleen al is de genade, een wonder waarmee we de mogelijkheid krijgen de denkgeest te laten genezen en de aandacht van het ego af te mogen leren wenden. Wanneer we die aandacht weer op ons Zelf mogen richten, op de verzoening via de Heilige Geest, dan zullen we de innerlijke leidraad van liefde geven en ontvangen weer in onszelf als één delen hervinden. In plaats van het uitbreiden van schuld, angst, dood en pijn in de droomwereld kunnen we zien dat onze ideeën over goed, fout, tekort en schuld allemaal op aannames en onwaarheden gebaseerd zijn die we gedicteerd van de scriptschrijver ingefluisterd krijgen.
Wanneer er verandering in het egoscript staat geschreven door het script van de Heilige Geest zullen we er gedicteerd door het ego tegen rebelleren. Want het ego schiet in de weerstand, bang de controle kwijt te raken, en we staan onze poppenlichamen misschien zelfs toe om volledig door te schieten in wrevel en verzet waarin natuurlijk altijd de anderen schuldig zijn. Dit onder het mom van wat het ego zegt over de lessen uit de Cursus; ‘het is toch niet echt, dus doe lekker alles wat je wilt want we zijn gegarandeerd onschuldig, zegt God’.
Het thuis komen volgens het ego script zijn echter allemaal trucjes om niet verder te hoeven kijken als hij dicteert. Het enige wat van belang lijkt is ons eigen ‘veilige’ illusoire privé-bestaan zoveel mogelijk in stand te houden.
Misschien hebben we wel duizend keer gezegd; ‘ik ben vastbesloten om te zien’. Meestal oprecht, maar we hebben niet door dat we eerst bereid moeten zijn om het idee ‘ik ben dit lichaam’ los te laten. Het lichaam kan niet zien, het is dan ook geen persoonlijk, privé-besluit dat we nemen maar een keuze die in en door onze eigenste denkgeest genomen wordt wanneer het zover is.
De realisatie dat alle objecten, alle waarnemingen, micro en macro, voortdurend veranderen, maar dat er één ding permanent is: de kennendheid ervan. Het eigenste kennen van de veranderlijkheid is zelf onveranderlijk, het zien van de aanwezigheid (waak- en slaapdromen) of afwezigheid van waarnemingen (droomloze slaap) gaat vooraf aan wat er maar in verschijnt of verdwijnt. Het stille getuigenheid-zijn is er altijd, of ik me nu identificeer met het lichaam, met een zintuig, met een gevoel of met een gedachte, het kennen zelf ziet en draagt de identificatie en blijft zelf onveranderlijk aanwezig.
Wie zichzelf zoekt, zoekt per definitie naar dat wat nooit van zichzelf te scheiden is. Dat is het onveranderlijke eigenste-eigen-zijn element.
We hoeven slechts nu open te staan voor het idee dat het mogelijk is ons afgescheiden denken totaal te laten veranderen door het kennen-zijn-zelf-idee te omarmen. Wanneer er een werkelijk verlangen is om liefde te willen delen en anders te willen kijken naar onze aannames over individuele begrenzingen, autonome personen en denkgeesten, zal er een omslag mogelijk zijn omdat onbegrensd louter zijn herkend wordt als onze natuurlijke eigenste gelukstaat.
Het kennen-zijn van ons eigenste geluk is volkomen moeiteloos, net zoals water geen enkele moeite hoeft te doen om nat te zijn, en vuur geen moeite doet om heet te zijn, zo hoeft niemand moeite te doen om kennendheid als liefde te zijn. Dat stille zijn is het enige wezenlijke aan jezelf. Zonder deze eigenste ‘kennendheid’ kan geen enkele waarneming bestaan, terwijl kennendheid ook zonder waarneming nog steeds Liefde is.
We laten onszelf beperken door het privé-denken, we reduceren termen zoals ‘de Heilige Geest, ‘Gods Zoon’ en ‘de eeuwigheid’ tot een gedachte. We maken er een idee, een concept en ding van, dat niets met de onvoorstelbare eigenste werkelijkheid te maken heeft. Ieder beeld dat we ervan vormen, ieder idee en iedere gedachte over de eeuwigheid heeft niets te maken met hetgeen waarnaar eigenlijk labelloos verwezen wordt.
Vervolgens gaan we spreken over de voorstelling die we van de eeuwigheid hebben gemaakt, alsof dat de werkelijkheid is. Dit is een grote valkuil, een enorme moeilijkheid die we zullen moeten leren doorzien om de simpele eigenste onvoorstelbaarheid weer te ervaren en te zijn, in plaats van met begrenzende begrippen te jongleren.
Wanneer je besluit verlossing, geluk en vrede te willen delen en uitbreiden in plaats van het gedicteerde ego-dualistrijd/ik-heb-gelijk-script te blijven volgen als waar, zal het geleidelijk aan makkelijker worden om de ware liefdeslessen met regelmaat te oefenen. Het volgen en herhalen van de lessen helpt ons om anders te kunnen kijken. Zo zullen we op den duur onze innerlijke moeiteloze vanzelfsprekende aanwezigheid steeds meer kunnen ervaren als werkelijk, het échte bewijs van louter Zijn.
De pop jan zal natuurlijk onmiddellijk beweren dat hij het zelf wel voor elkaar kan krijgen, maar als je alert bent zul je zien dat pop jan nooit echt iets leert. Hij kan (en wil) niet zien wat er nu stabiel is en wat niet. Het egomaaksel schept alleen maar op om aandacht van onze kennendheid te stelen en het geloof in zichzelf als enige oorzaak in stand te houden. Met vergeving – ons eigenste kennen is dichterbij dan het komen en gaan van egoverhalen – kunnen we leren hier heel gauw doorheen zien. Het ego-denken heeft namelijk geen eigen kennendheid-licht in zich.
Gelukkig zijn we één allesomvattende Denkgeest en niet dat beperkte poppenlichaam. Wat we zijn is het onbegrensde kennen van alles wat zich er op het begrensde ego-poppenniveau afspeelt. De Kennendheid die we zijn valt buiten dat begrensde niveau, het bevindt zich niet in de wereld, het bevindt zich niet in tijd en ruimte. De hele poppenkast inclusief sterren en zonnen en meer speelt zich als idee-fixe binnen de kennendheid, dus binnen in de Denkgeest van de Zoon af.
Terwijl de schijnbare dubbelheid gewoon blijft bestaan, hoeven we alleen maar bereid te zijn er anders naar te kijken met behulp van ware vergeving. Laat alle onware stemmetjes maar piepen en kletsen, het is niet waar. Je hoeft alleen je aandacht op de innerlijke, zichzelf kennende Vredesstem van God te richten, die stille eigenste zijn lekkerheid delen we met het hele Zoonschap. Dit zijn ervaren is waar we onze eigenste stabiliteit vinden, waar rust is zonder dat er ‘uiterlijke’ stilte en rust gevonden moet worden. De Heilige Geest zal je helpen, het is niet je privé-denken of het doorzettingsvermogen van pop jan die het zelf doet, ook al zullen in de dubbelheid de ego stemmetjes wel blijven langskomen.
De Heilige Geest brengt het wonder van het zien dat een voorbije gedachte een gedachte is die heeft opgehouden te bestaan. Wat voorbij is, kan jou niet vastbinden, een gedachte over een verleden is niets meer dan een waanvoorstelling die NU in ons onveranderlijke kennen-zijn langskomt. We kunnen alleen Nu die gedachte kennen over een zogenaamd verleden, maar we kunnen niet naar het verleden toe, het is geen werkelijkheid – de ware vergeving van dat er niets te vergeven valt.
Je maakt je als het ware zorgen over de problemen het kind van onvruchtbare ouders. Zowel het kind als de problemen bestaan niet.
Er zullen gedachten of ‘stemmetjes’ voorbij komen die blijven vertellen dat het allemaal nog te abstract of te moeilijk is om zelf te zien. Ook zullen er stemmetjes zijn die je proberen te laten geloven dat het toch echt aan de ander ligt dat jij nog niet gelukkig bent of niet genoeg liefde krijgt en ervaart. Als pop zijn we echter niet echt in staat om andere poppen iets te geven of te ontvangen, hoe lastig dat ook is om in te zien. We geven alleen iets om er zelf een goed gevoel van te krijgen of om er later iets voor terug te krijgen waardoor we ons fijn voelen. Dit soort ego-bewegingen zullen we moeten doorzien. Het ego zal blijven klagen, zich schuldig en onwaardig blijven voelen en de oorzaak daar zoeken waar het niet is. Maar het klaaglied zien betekent dat we aan genezen zijn omdat we het zien in plaats van zijn. Alleen in de onpersoonlijke denkgeest delen we liefde, niet van lichaam tot lichaam.
Het verlangen naar liefde is wat alleen nu op kan lossen, door de aandacht weer te schenken aan de Bron ervan. Niet naar iets of iemand anders ‘buiten’ je, maar gewoon naar je innerlijke eigenste kennendheid, daar waar het al stil is, waar geen probleem is, geen commentaar, naar dat wat er vóór alle gedachten en verlangens is. Zodra we het ‘nu’, de stilte, de aandacht, en de kennendheid ervan weer in zicht hebben, realiseren we ons dat we al probleemloos louter zijn. Vrij van schuld, geklaag of verlangen, vrij van verleden- of toekomstgedachten. Simpelweg hier nu, zonder dat de uiterlijke situatie hoeft te veranderen.
Hoewel je met een rugzak vol pijn en leed gelouterd wellicht eerder geneigd bent het roer om te gooien, is het geen ‘voorwaarde’ of ‘noodzakelijke inspanning’ voor de genade.
Ook als je niet plichtsgetrouw iedere dag je ‘lesje’ doet of iedere week naar een cursusbijeenkomst gaat, is het nog steeds mogelijk om in ieder moment te zien dat je zelf het getuige-zijn bent van alles wat er gebeurt. In iedere situatie kunnen we dit gebruiken om te blijven zien dat de ego-verhalen over verleden, pijn, schuld of geweld niet waar zijn en geen enkele werkelijke betekenis noch gevolgen hebben.
Hier NU ons eigenste eeuwige zijn volgend is verwijlen in het tijd- en ruimteloze, zonder verhalen, oordelen et cetera. Als ik nu zie dat alles binnen ons eigenste gewaarzijn is, dan verliest de binnen-buiten-tegenstelling haar betekenis. Dit geldt ook voor het ‘Nu’. Wanneer ik zie dat alles Nu is, dan verliest het woord ‘Nu’ ook haar betekenis. Immers, als alles paars zou zijn, zouden we ook geen ‘paars’ kennen. Via deze ontdekking kunnen we de dualiteit doorzien en ons weer realiseren dat de stille, vredige liefdesstem altijd al nu is. Het is wat we Zijn, onze veel-ene eigenste Realiteit.
Soms blijkt het zo te zijn dat we ‘de Stem van God’ al van kinds af aan horen, zonder dat we er ooit bij stil hebben gestaan. Later, in mijn geval door de genade van mijn leermeester, mogen we dan ineens begrijpen wat het wezenlijk inhoudt. Zo hield Wolter met zijn aanwezigheid als God van de wind alle ego-stemmetjes uit de wind en nam me mee naar de diepe innerlijke stilte waar we wezenlijke eenheid delen.
Zo werd ik als ‘onbesuisd jantje’ ineens moeiteloos teruggebracht naar ‘besuisd’ tijdloos, vormloos Gewaar Zijn waarin ‘ik’ kon verwijlen, wat er ook maar gebeurde op het jantjes-niveau. Dit is de reden dat ik over het ‘suizen’ ben gaan praten in mijn lezingen in plaats van Wolters schouwend verwijlen.
Al die tijd was de stem van God er al, maar het leek gewoon een van Jan zijn stemmetjes te zijn. De stilheid en de rust hoeven dus niet direct herkend te worden als zodanig. Wel kunnen we vragen om het weer te mogen horen en voelend te leren herkennen voor wat het werkelijk woordloos is. Het kan heel zeker helpen te oefenen om alle sirenes (de egostemmen) te passeren en het stille nu-zijn in het oog te mogen leren houden. Liefdevol zullen we alles in die eigenste aandacht kunnen dragen, ieder geluid, ieder ogenschijnlijk ‘probleem’, daar waar we het al Thuis Zijn delen.
De 108 verschillende jantjes in ons kunnen en zullen nooit zien dat denkgeesten verbonden, ofwel één-zijn. Die 108 persoontjes in ons hebben namelijk geen eigen licht waarmee het kan kijken, en liefde wordt niet van persoon tot persoon gedeeld, maar op het niveau van onpersoonlijke veel-ene kennendheid. Zie zelf het idee-fixe dat de pop de poppenspeler ooit zou kunnen vinden of veranderen de grote zelfmisleiding is. Toch vinden de mensen het idee anders benoemd enger; als het persoonlijke denken het onpersoonlijke denken probeert te vinden lijkt en voelt dat anders dan als pop en poppenspeler. Dus durf of leer kijken naar dat in ons wat niet wil kijken naar het simpele feit dat we niet persoonlijk zijn en dat dat onpersoonlijke de persoonlijke poppen laat spelen dat het zelfstandige mensjes zijn. Zie zelf dan komt het heilige Ogenblik te dichtbij waarin we direct kunnen inzien dat wij die onpersoonlijke droommaker zijn die heel deze droom droomt en maakt en projecteert. Dus heel de droominhoud de kans geeft in één lach te kunnen bevrijden inclusief onszelf als droommaker. Het gaat om de megabetovering, onze eigenste misleiding, onder ogen te willen komen. Daarna is dat leren dit feit vast te houden en te ankeren terwijl de droom zijn egoscript afwerkt en je blijft zien: het is niet waar, ik doe dat mezelf aan en wil ik dat die keuze die gevolgen heeft voor iedereen.
Niemand heeft ons ooit verteld dat we ‘allemaal’ dezelfde onveranderlijke eigenste kennendheid delen en Zijn, terwijl dit de basis is van non-dualiteit. Alles wat waargenomen kan worden is veranderlijk, en geen van die waarnemingen is wat we werkelijk zijn en we zijn er dus letterlijk nu al vrij van. Ga die vrijheid zelf weer willen ervaren en zijn en waar is hij anders dan gewoon in ons stille zelf, dat geen dromen nodig heeft om er eeuwig te zijn als lekkerheid.
Het zichzelf kennende kennen-zijn als achter- en ingrond is zelf niet waarneembaar maar het is er als ons eigenste-eigen-zijn onveranderlijk en altijd, zowel in de droomslaap, de droomloze slaap als in de ‘waaktoestand’ en daaraan voorbij.
Zo kunnen we als waarnemendheid besuisd als anker ook zien dat al die jantjes bijvoorbeeld flink opscheppen als het hun ‘goed’ lijkt te gaan, en depressief worden als het niet gaat zoals ze willen. Hoe plichtsgetrouw ons opschepjantje de lessen wel niet doet en ze ook nog meent te begrijpen terwijl anderen het nog steeds niet doorhebben. Hij wil altijd laten zien hoe goed hij is en scheidt zich daarmee af van de rest die nog heel dom de fout ingaan, waarmee het dualistrijd-poppenspel weer compleet is en de poppenspeler onzichtbaar kan doorgaan met zijn zelfmisleiding.
Gelukkig hoeven we hier niets mee en kunnen we het loslaten van pop zijn en het terugvinden van de droommaker via de Heilige Geest laten inruilen voor de vredige stilte van onze kennendheid zelf, daar waar geen verschil, noch afscheiding bestaat.
Zie Nu op dit moment het lachen van die zelfmisleiding die gaat over het dwaze verleden-idee dat ik een poppenlichaam ben van 70 jaar met ervaringen met anderen lichamen, en zie zelf dat geen enkele pop ooit een eigen persoonlijke inbreng heeft gehad. Blijf zien dat ze allemaal onschuldig en vergeven zijn, het is allemaal ons eigen droomproject geweest, een gedicteerd script dat we zelf in elkaar zijn gaan zetten op een ander deel van onze denkgeest. Alleen al de bereidheid om dit ‘sterven terwijl je leeft’ te willen leren zien zal ervoor zorgen dat er een brug wordt gebouwd van pop naar de poppenspelerplek waar we al-een-zijn.
Daar waar we in vrijheid zijn, bevrijd van geloof in pop en poppenspeler, voelen we de schuldeloosheid van ons thuis-zijn op ieder niveau en begint de gelukkige droom. Zo worden de zelfbegrenzingen, zintuigen en geslachtsorganen van het huwelijksbed drama van de poppenspeler-idee afgesneden. Weg zijn zo vast besloten te zien al je verleden- en toekomstverhalen en lachend zie je in hoe dwaas je dacht er aandacht aan gegeven te hebben. Heerlijk te zien dat ma, pa zusters en broers, kinderen en partners inclusief exen en de rest allemaal niet in die poppenlichamen zitten of zaten en niet dood kunnen gaan. Je hebt geen ruzie met je lichaam, niet met je gedachten en gevoelens naar anderen noch naar jezelf. Wat er ook maar opkomt qua droomwaarnemingen, het is oké, het komt en gaat: prima. Zo kunnen gevleugelde gedachten – het is niet waar, ik doe het mij zelf aan – spontaan opkomen, die een harmoniserend, ontoorlogend effect in zich hebben. De hele droom met al haar miljarden verschijnselen wordt als je vast besloten bent te zien hierin schuldloos totaal weerstandsloos aanvaard, als nooit echt gebeurd. Ieder verschijnsel wijst namelijk naar ons veel-ene stille Licht, het delen van de liefde en onschuld die we zijn. Door dit schuldloze in alles en iedereen te zien, breiden we de lieflijkheid van eenheid uit en delen we dit in ons eigenste innerlijke zijn, zonder dat het aan de buitenkant of in de wereld gezien hoeft te worden.
De verschillende jantjes in ons kunnen en zullen nooit zien dat denkgeesten verbonden, ofwel één-zijn. De persoon heeft namelijk geen eigen licht waarmee het kan kijken, en liefde wordt niet van persoon tot persoon gedeeld, maar op het niveau van onpersoonlijke kennendheid alias de geest. Niemand heeft ons ooit verteld dat we ‘allemaal’ dezelfde onveranderlijke kennendheid delen en Zijn, terwijl dit de basis is van nondualiteit. Alles wat waargenomen kan worden is veranderlijk, en geen van de waarnemingen is wat we werkelijk zijn. Het kennen is zelf niet waarneembaar maar het is er onveranderlijk en altijd, zowel in de droomslaap, de droomloze slaap als in de ‘waaktoestand’.
Zo kunnen we als waarnemende ook zien dat al die jantjes bijvoorbeeld flink opscheppen als het hen ‘goed’ lijkt te gaan. Hoe plichtsgetrouw hij de lessen wel niet doet en ze ook nog meent te begrijpen terwijl anderen het nog steeds niet begrijpen. Hij wil laten zien hoe goed hij is en scheidt zich daarmee af van de rest die nog steeds de fout ingaan, waarmee de dualistrijd weer compleet is.
Gelukkig hoeven we hier niets mee en kunnen we het inruilen voor de vredige stilte zijn van onze kennendheid zelf, daar waar geen verschil, noch afscheiding bestaat. Zie dat geen enkele pop ooit een eigen persoonlijke inbreng heeft gehad in de dualistrijd. Wat zei Shakespeare hier over,” De hele wereld is een toneel, en alle mannen en vrouwen slechts spelers”. Blijf zien dat ze allemaal onschuldig en vergeven zijn, het is allemaal ons eigen droomproject geweest, een gedicteerd script dat we zelf in elkaar zijn gaan zetten op een ander niveau. Alleen al de bereidheid om dit te willen leren zien zal ervoor zorgen dat er een brug wordt gebouwd naar de plek waar we al-een-zijn terug te vinden. Daar waar we in vrijheid één zijn delen, voelen we ons thuis op ieder niveau. Je hebt geen ruzie met je lichaam, niet met je gedachten en gevoelens naar anderen noch jezelf. Wat er ook maar opkomt, het is oké, het komt en gaat; prima. Zo kunnen gevleugelde gedachten spontaan opkomen die een harmoniserend effect in zich hebben. De hele schepping met al haar verschijnselen worden hierin totaal aanvaard, weerstandsloos. Ieder verschijnsel wijst namelijk naar ons ene Licht, het delen van de liefde en onschuld die we zijn. Door dit in alles en iedereen te zien breiden we eenheid uit en delen we dit innerlijk, zonder dat het aan de buitenkant of in de wereld gezien hoeft te worden. Oefen, eenheid aanvaarden en er bestaat geen verleden noch lichamen in beeld te houden en voel die genade en ervaar dat voorbij aan lichaam en wereld ook werkt en probeer dat zijn ervaren van dit moment mee te nemen naar een ononderbroken gewaarzijn.
Oefen doe dit zo veel als nodig is herhalen is geen falen, leer zo voelen dat de genade zijn werk doet en probeer het mee te nemen naar een onafgebroken gewaarzijn, de staat van voordat het dromen maken begon. Zie waarom pop jan nooit lang gelukkig is wanneer hij bijvoorbeeld even gelijk krijgt, even zijn zin krijgt of op de een of andere manier wint van een andere pop. Zie dat dit door de poppenspeler gedicteerd wordt en niet echt gebeurd is. Eten en drinken, swingende muziek, nieuwe kleren en natuurlijk goede seks zijn slechts bevredigingen van tijdelijke aard; die wortel houdt de dromer zichzelf misleid voor. We zijn geen lichamen, we zijn vrij van alle droomtoestanden en blijven stabiel zoals God ons heeft geschapen. Voel en ervaar in dit eeuwige moment de natuurlijke staat van vóór het dromen maken en geloven begon. Het vredige onpersoonlijke suizen in ons eigenste eigen-zijn is de lekkerheid-schat die we zochten. Dit delen we met alle denkgeesten, of ze zich ervan bewust zijn of niet.
Wanneer ik dit onpersoonlijke kennen-zijn durf te zien als mijzelf, de Zoon van God, dan verdwijnt nu meestal lachend het pijnlijke geloof dat ik een uit ouders kom en minderwaardig, nietig, slecht of schuldig, mannelijk, vrouwelijk, mooi, lelijk, slim, of stom poppetje ben en heb ik, eindelijk ontdaan van elke begrenzing, de ander weer lief als mezelf.
Wat je verstild bent kun je niet kennen, je bént het: die bodem lekkerheid die geen oorzaak heeft, zonder het waar te nemen of er iets voor te moeten doen. De persoon zal echter door het script-denken steeds gericht blijven op wat er nog niet is, of op wat je niét bent. Het egoscript dicteert pop jan er overheen te kijken, de persoon kan zijn ware natuur niet zien, het is ons onpersoonlijke gewaarzijn dat plots van het Heilige Geest-script zichzelf weer mag herkennen en herinneren zonder zelf aanwijsbaar te zijn.
Met dit inzicht geen verleden noch lichaam te zijn verdwijnt meestal huilend-lachend het geloof in geboorte en dood, in een verleden en toekomst en de ego zoektocht naar blijvend geluk. Je snapt nu op dit heilige moment dat je het als pop jan onmogelijk kon vinden er niemand het gaat vinden, en tegelijkertijd zul je verbaasd zijn dat je het simpele eigenste stille zijn niet eerder hebt herkend.
Het enige wat er gevraagd wordt is onze grenzeloze peilloze stilte-openheid weer te omarmen als onze veel-ene bron, dat heerlijke louter eigenste zijn brengt de bereidheid anders te kijken en ons aangeleerde geloof in begrenzing te willen laten ‘corrigeren’. In de praktijk van interacties met de anderen: het ontoorlogen dat de basis is van doe de ander niet aan wat je zelf niet wilt en heb de ander lief als jezelf. En weet: niemand gaat dit feit als persoon vinden want we zijn de ene dromer, niet de slachtoffer versus dader poppen in zijn droom. Net zolang tot er de diepe realisatie is, een innerlijke zekerheid dat we als denkgeest één zijn, verbonden met God, Nu. Laat Nu de overvloed, het lachen zien, en laat me leren dat mijn wil en die van God één Wil Zijn.
Belangrijke noot
Om de structuur in de tekst beter zichtbaar te maken zodat de betekenis van de inhoud misschien makkelijker begrepen kan worden
is de tekst verdeeld in met kleur gearceerde tekstblokken.
Turqoise: de tekst van de les
Geel: de teksten uit de cursus die extra aanvulling geven
Geen achtergrond kleur: toelichting van Jan en Gertrude
Klik hier om dit artikel in pdf formaat te downloaden.