Skip to main content
Een cursus in wonderenMedia

Les 16: Ik heb geen neutrale gedachten

By 31 mei 2020september 27th, 2020No Comments
1Het idee van vandaag is een eerste stap in het ontmantelen van de overtuiging dat je gedachten geen gevolgen hebben. 2Alles wat jij ziet is het resultaat van je gedachten. 3Er bestaat geen uitzondering op dit feit. 4Gedachten zijn niet groot of klein, sterk of zwak. 5Ze zijn alleen waar of onwaar. 6Welke waar zijn scheppen hun eigen evenbeeld. 7Welke onwaar zijn maken het hunne.

Langzamerhand beginnen we nu wel door te krijgen dat al onze gedachten consequenties hebben. Je voelt je nooit zomaar toevallig ongelukkig. Alle verstorende gevoelens wijzen naar een niet opgemerkte ego-gedachte meestal gevolgd door een hele trein.
Het inzicht dat alleen de waarheid waar is kan vrij gemakkelijk tot je komen maar daarmee is meestal de gebreide ego-kous niet af. Technisch gezien is het niet zo moeilijk te begrijpen dat ego-gedachten niet waar zijn, dat het slechts op aannames, dus het verleden, gebaseerde denk-beelden zijn. En ook al heb je een diep inzicht, een verschuiving in je waarneming meegemaakt die twijfelloos liet zien dat alles Liefde is en de enige werkelijkheid, toch begint het echte werk vaak dan pas.
Er zijn heel weinig mensen bij wie het besef wie ze werkelijk zijn meteen in alle situaties overeind blijft. Het gaat om oefenen, oefenen en nog eens oefenen. Elke keer opnieuw kiezen, weer opnieuw de waarheid tot je laten doordringen.
Sommige ego-gedachten lijken geen kwaad te kunnen toch? En inderdaad tegen onze werkelijkheid kunnen ze niks uitrichten maar voor wie denkt dat hij een persoon/lichaam is kunnen ze wel degelijk kwaad. Van zichzelf betekenen ego-gedachten niks maar met jouw geloof gekoppeld aan jouw kracht als de Zoon van God is dat een ander verhaal.

Vergeet niet: wij zijn en blijven zoals God ons geschapen heeft. Jij bent nooit een krachteloos aan touwtjes bungelend poppetje ook al lijkt dat zo. Ook al geloof je machteloos te zijn je bent het niet! Je bent vrij geschapen naar Gods gelijkenis met de scheppingskracht van God. Je mag je verbeelden wat je maar wil, zelfs dat je machteloos bent maar dit veranderd de waarheid niet. Jezus zegt in de bijbel dat geloof bergen kan verzetten; zie hier de schijnbare substantiële wereld.

Het is de poppenspeler in ons die het hele programma schrijft. Het lijkt dan dat we overgeleverd zijn aan een script wat we niet willen en dat alles, onze ogenschijnlijke toekomst, al vastligt. Zo kunnen we er dan schijnbaar niets aan doen en slechts gelaten afwachten tot God óf de dood ons, arme ik, komt verlossen. Maar: onze verlossing komt van onszelf! Er is geen toekomst behalve als een gedachte die je nu hebt. In dit eeuwig vrije smetteloze NU. We spelen slechts een rol, we zijn niet wat we ons inbeelden. Het enige wat vastligt is de uitkomst die zo zeker is als God want wij zijn en blijven zoals God ons geschapen heeft. Daar kunnen we (gelukkig) niks aan veranderen.

De poppenspeler is niet een of andere entiteit die bezit van ons genomen heeft tegen onze wil. Wij als Zoon van God hebben hem uitgevonden omdat dit ons goed uitkwam.
Een manier om schuld ‘buiten’ ons te leggen omdat we juist geloven schuldig te zijn. We hebben van de werkelijkheid een stoelendans gemaakt, een geliefd kinderspel. Een kinderspel om onszelf veilig en schuldeloos te wanen terwijl we in waarheid al voor eeuwig vrij en schuldloos ZIJN. Gekker kunnen we het niet maken toch?
Wijzélf zijn dus zowel de regisseur, de acteur, de toeschouwer én het filmdoek waarop het dualiteitsdrama zich lijkt af te spelen. We spelen als Zoon van God alle rollen, zo ons Ene Vrije Zelf verdelend in kleine zelven als slachtoffers en daders en geven de gedissocieerde poppenspeler de rol van nazigodbeul. Hetzelfde drama wordt zo eindeloos in alle mogelijke maar in werkelijkheid onmogelijke variaties herhaald.

T26.Viii.3; 4De verlossing zal de ruimte wegvagen die jij nog tussen jullie ziet, en jullie terstond één laten worden. 5En je bent bang dat juist hier het verlies zou liggen. 6Projecteer deze angst niet op de tijd, want de tijd is niet de vijand die jij waarneemt. 7De tijd is even neutraal als het lichaam, behalve gemeten naar de doelen die jij er in ziet.

Gelukkig, zoals Jan vaak met behulp van de plastic tuinstoelen laat zien ben jij vrij om te kiezen op welke ‘stoel’ je gaat zitten want jij bent en blijft onveranderlijk zoals je geschapen bent door God. Jij bent de keuzemaker en niet een pop/lichaam. Als het moeilijk lijkt een andere keuze te maken dan die welke ons ego ‘uit het niks’ lijkt voor te toveren is dit in feite niets anders dan juist een bewijs van jouw kracht. We hebben dit ego immers zelf in het leven geroepen. En je hebt inderdaad geen keus als je jezelf wijsmaakt en gelooft dat je een pop bent.
Zoals de Cursus ergens zegt; door het uit en te na oefenen van iets onnatuurlijks geloven we nu dat dit natuurlijk is. Daardoor lijkt het alsof ons van alles overkomt waar we niet voor hebben gekozen. Is in jouw beleving je ego sterk? Dat is dan uitsluitend zo omdat het op jouw ware kracht gestoeld is!

Het is precies hetzelfde als wanneer je thuis op de bank naar je tv kijkt, jij bent degene die bepaalt welk kanaal je wilt bekijken. Op elk kanaal is een andere film, andere beelden en alle films zijn tegelijkertijd nu voorhanden. Het helpt dus niet om kwaad te worden op de beelden omdat ze je niet bevallen. Het is handiger om af te stemmen op een ander kanaal!

Binnen onze droomwerkelijkheid lijken we legio kanalen-keuzes te hebben. Maar bij nader schouwen blijkt dat de ingrediënten van alle kanalen/films precies hetzelfde zijn; winnen of verliezen, oordelen en geoordeeld worden, gezondheid die uiteindelijk omkeert in ziekte en uiteindelijk de onafwendbare dood. Dus is het zinnig jezelf af te vragen onder wiens invloed jij kiest. Want dat je ‘onder invloed’ bent staat wel vast anders zou je niet naar krankzinnigheid blijven kijken en daar je heil in proberen te vinden. Gelukkig weten we zo langzamerhand: er is een andere manier om naar de wereld te kijken.

Als poppenspeler achter de schermen hebben we met de kracht van God onze werkelijke oorsprong gemaskeerd d.m.v. lichamen. Het ego mechanisme wat we daarvoor in het leven hebben geroepen moet dus wel heel krachtig zijn en niet te onderschatten. Je kan je wel voorstellen wat het resultaat is wanneer je het ego wil ontmaskeren d.m.v. het egozelf. Een boef verkleed als rechercheur zal jou nog steeds als schuldige aanwijzen waardoor je angst en ongelukkigheid verzekerd is. Want het helpt niet om onder leiding van het ego deze wereld, je lichaam en je gevoelens te ontkennen. Dit noemt de Cursus een ‘bijzonder onwaardige vorm van ontkenning’(T2IV.3:8-11).
Zo goed als niemand kan ontkomen aan gevoelens van wanhoop want meestal slechts door loutering zullen we onder ogen leren zien dat we er op eigen (ego) kracht niet uit zullen komen. Meestal pas als het besef doordringt dat we van onszelf als persoon/pop niks weten zijn we bereid om naar een andere Stem te leren luisteren.

T1.III.4 Vraag mij (HG) welke wonderen jij verrichten moet, dat bespaart jouw onnodige moeite, omdat jij zult handelen onder rechtstreekse communicatie(van de HG).

Wijzelf als kennendheid, als onveranderlijkheid en onbewogenheid zijn de voor lichaamsogen onzichtbare vormloze getuige van de droom-werkelijkheid en kunnen er dus niet in vast zitten. Ook al lijk je in een moeras van emoties en rampzalige ervaringen ten onder te gaan, onthoud; ervaringen hebben jou nodig als het smetteloze gewaarzijn dat je bent en blijft. Dat is de uitgang, richt daar al je aandacht op want alle rampzaligheid zal daarin oplossen en daarin alleen.

LES 129.1.2Je kunt niet stoppen bij het idee dat de wereld waardeloos is, want als je niet ziet dat er iets anders is waarop je hopen kunt, zul je alleen depressief worden. 3Onze nadruk ligt niet op het opgeven van de wereld, maar op het inruilen ervan voor iets wat veel bevredigender is, vervuld van vreugde, en in staat jou vrede te schenken. 4Denk je dat deze wereld jou dat bieden kan.

In de wereld lijken we legio problemen te hebben die nader beschouwd allen steeds dezelfde ingrediënten bevatten; gebrek, schuld en angst. Vanuit onze droomwens om speciaalheid en individualiteit te ervaren hakken we de eenheid van onze werkelijkheid d.m.v. oordelen/labels in stukjes. Dan kan je niks anders ervaren dan gebrek want een wereld van tegenstellingen roept altijd een tekort op.

T16.V.12:3De vorm heeft geen betekenis en zal die ook nooit hebben. 4De speciale relatie moet worden gezien als wat ze is: een zinloos ritueel waarin kracht wordt onttrokken aan de dood van God, en in Zijn moordenaar wordt geïnvesteerd ten teken dat de vorm over de inhoud heeft getriomfeerd, en liefde haar betekenis heeft verloren. 5Zou je willen dat dit mogelijk was, zelfs daargelaten dat dit duidelijk onmogelijk is? 6Als het mogelijk was, zou jij jezelf hulpeloos hebben gemaakt. 7God is niet boos. 8Hij kon dit eenvoudig niet laten gebeuren. 9Je kunt Zijn Denkgeest niet veranderen. 10Geen van de rituelen die jij in het leven hebt geroepen, en waarin de dans des doods jou in verrukking brengt, kan aan het eeuwige de dood brengen.
2. Geen enkel begrip is zozeer met zichzelf in tegenspraak als ‘loze gedachten’. 2Wat aanleiding geeft tot de waarneming van een gehele wereld kan bepaald niet loos worden genoemd. 3Elke gedachte die jij hebt draagt bij tot waarheid of illusie; ze breidt ofwel de waarheid uit, of vermenigvuldigt de illusie. 4Je kunt niets inderdaad vermenigvuldigen, maar je zult het (niets)

Met de scheppingskracht van God in ons moeten al onze gedachten wel gevolgen hebben doodeenvoudig omdat denkkracht scheppingskracht is die van nature schept ofwel uitbreidt. Logischerwijze, kan deze kracht misbruikt door het ego (jouw droomwens), niet anders dan misvormen en versnipperen en zo meer tegenstellingen, meer gebrek, meer angst en meer schuld genereren.

Dit is het egomechanisme wat beweert je te beschermen; juist die veelheid van ogenschijnlijke tegenstellingen verblindt ons voor het feit dat er maar één probleem is en dus ook maar één oplossing. Elke door het ego gedicteerde dus onware gedachte houdt een oordeel in en is per definitie een vervorming van de werkelijkheid. We houden een ‘surrogaatvrede’ in stand door onze angsten en schuldgevoelens te verbloemen en buiten ons te leggen. ‘Als Katrijntje dat niet had gedaan dan zou ik me nu niet zo rot voelen’. Of: ‘als ik deze nare eigenschappen, deze ziekte in de familie, niet geërfd had, zou ik meer succes hebben in het leven’ enzovoort, vul maar in, zolang we muntjes in de jukebox met klaagzangen blijven stoppen gaat het onophoudelijk door.

T13.II.3. De donkerste van je verborgen hoekstenen houdt jouw geloof in schuld buiten je bewustzijn. 2Want in die donkere en geheime plaats schuilt het besef dat je Gods Zoon hebt verraden door hem ter dood te veroordelen. 3Je vermoedt zelfs niet eens dat dit moordzuchtige maar krankzinnige idee daar verborgen ligt, want de vernietigingsdrang van het ego is zo intens dat niets minder dan de kruisiging van Gods Zoon het uiteindelijk kan bevredigen. 4Het weet niet wie de Zoon van God is, want het is blind. 5Maar laat het waar dan ook schuldeloosheid waarnemen, en het zal die proberen te vernietigen omdat het bang is.

Verstoppen buiten je is het devies van het ego. Het is er dol op om de foute anderen te verbeteren. Sarren, grieven en steken onder de schone schijn van een vriendelijk gezicht en het verlenen van speciale ‘gunsten’. Zo blijft het met onopgemerkte oordelen heimelijk een oorlog voeren om jouw ‘privé-geluk’ bestaand uit ‘onschuldige privé’ fantasieën te beschermen tegen de anderen, tegen de wereld.

T9.III.7. 8Elke poging die jij (als pop) onderneemt om een broeder (pop) te corrigeren duidt erop dat je gelooft dat correctie door jouw (persoonlijke) toedoen mogelijk is, en dat kan alleen maar de arrogantie van het ego zijn. 9Correctie behoort aan God, die van geen arrogantie weet.

Maar ook al lijkt dat zo, geen enkele gedachte is privé of neutraal. Al je verborgen agendapunten, de klopjes op je eigen poppenschouder, ze hebben altijd gevolgen voor het geheel ook al meen je dat niet te merken. Of dat zo is zal de mate waarin je innerlijke vrede ervaart jou tonen.

’Vergis je niet in het vermogen van deze verborgen krijgers om jouw vrede te verstoren’

Het is niet de specifieke vorm van de onware gedachte maar het denksysteem waar die voor staat die jouw ervaring maakt. Van wie komt de boodschap? Het gaat altijd over inhoud nooit over vorm. Schijn bedriegt altijd; pijn is en blijft pijn in welke vorm dan ook!

T14.III.9. Telkens wanneer je ervoor kiest voor jezelf beslissingen te nemen, denk je op een destructieve manier en zal het een verkeerde beslissing zijn. 2En die zal jou kwetsen vanwege het beslissingsconcept dat daartoe heeft geleid. 3Het is niet waar dat je alleen zelf en alleen voor jezelf beslissingen kunt nemen. 4Geen enkele gedachte van de Zoon van God kan in haar gevolgen losstaand of geïsoleerd zijn. 5Iedere beslissing wordt voor het gehele Zoonschap genomen, naar binnen en naar buiten gericht, en heeft invloed op een constellatie die omvangrijker is dan alles waar binnen en naar buiten gericht, en heeft invloed op een constellatie die omvangrijker is dan alles waar jij ooit van hebt gedroomd.

PII.VI.1:5Genezing vindt plaats wanneer een patiënt de (zijn eigen ego) klaagzang begint te horen die hij zingt en de gegrondheid (waarheid) daarvan in twijfel trekt. 6Zolang hij die niet hoort, kan hij niet begrijpen dat hij het is die dit (ego klaaglied) voor zichzelf zingt. 7Deze klaagzang horen is de eerste stap op weg naar herstel. 8Deze in twijfel trekken dient vervolgens zijn keus te zijn.

De hele maskerade heeft slechts als doel ons af te leiden van onze diepste wens; de Verzoening te aanvaarden ofwel de Wil van God als onze enige Wil. Want ons diepste verlangen is het verlangen naar de liefde die we zijn! Een citaat van Wolter: ‘we kunnen we alles vinden in de droom maar liefde niet want dat is wat je bent’

T3.VI.5;8 Maar als jij de auteur van de werkelijkheid wilt zijn, zul je per se in het oordelen willen volharden. 9Ook zul jij oordelen met angst bezien, omdat je gelooft dat ze ooit tegen jou gebruikt zullen worden. 10Deze overtuiging kan slechts bestaan voor zover jij in de doeltreffendheid van oordelen gelooft als wapen ter verdediging van jouw eigen autoriteit. *[Het woord ʹauteurʹ wordt hier en hierna gebruikt in de inmiddels weinig gebruikelijke betekenis van ʹmakerʹ, ʹschepperʹ,vert.]

Onderdeel van de verdroming is dat we ervan uitgaan dat onze gedachten, ons intellect zich in ons hoofd bevinden. We geloven dat we als persoon/lichaam dingen kunnen zien, weten, beslissen; goede en slechte keuzes kunnen maken. Dit is echter onmogelijk. De persoon is de illusie, een verzinsel en niet meer dan een marionet. Het gevolg van ons geloof in afscheidings-gedachten wat weer bewijst dat ons denken werkelijk macht heeft. Maar niet de macht om ons werkelijk te maken tot iets wat we niet zijn en nooit zullen/kunnen zijn.

W.4. De dromen van een gek zijn angstaanjagend, en zonde lijkt inderdaad angst aan te jagen. En toch is wat de zonde ziet slechts een kinderspel. De Zoon van God kan spelen dat hij een lichaam werd, ten prooi aan het kwaad en aan schuld, met maar een kortstondig leven dat eindigt in de dood. Maar al die tijd straalt zijn Vaders licht over hem en heeft Hij hem met een eeuwigdurende Liefde lief, waaraan zijn veinzerijen in het geheel niets kunnen afdoen.

Het stille nu-Zijn, Kennendheid-Zijn, het éne licht van ons smetteloze gewaarzijn, heeft niets te maken met alle intellectuele (ego)-kennis waarover we menen te beschikken. Deze ‘kennis’ zijn slechts interpretaties, aangeleerd en dus kunstmatig. Slechts verworvenheden die we weer kunnen kwijtraken omdat we het niet zijn. Zonder mijn leermeester Wolter Keers die ik onvoorwaardelijk vertrouwde had ik dit idee nooit aanvaard. Ik zou het lachend in de prullenbak gegooid hebben. Het wonder was dat ik het wel geloofde omdat de getuigenis non-verbaal was.

Het ging over een weten, zonder inmenging van het intellect, zonder beelden. Het inzicht was een onmiddellijk innerlijk ervaren van het feit dat het getuigen-zijn er al is, was en zal zijn. Vertrouwen gaf de openheid om een ander idee toe te laten, waardoor het wonder dat ik het tóch geloofde en als waar herkende plaatsvond.

12.3.Waarom is de illusie dat er velen zijn noodzakelijk? 2Alleen omdat de werkelijkheid voor hen die in waan verkeren niet te begrijpen is. 3Slechts weinigen kunnen Gods Stem überhaupt horen, en zelfs zij kunnen Zijn boodschappen niet rechtstreeks communiceren via de Geest, die ze gegeven heeft. 4Ze hebben een tussenpersoon nodig (bij mij was dat Wolter Keers) waardoor communicatie mogelijk wordt met degenen die niet beseffen dat ze geest zijn. 5Een lichaam kunnen ze zien. 6Een stem verstaan ze en daarnaar luisteren ze, zonder de angst waarop de waarheid in hen zou stuiten. 7Vergeet niet dat de waarheid alleen daar kan komen waar ze zonder angst verwelkomd wordt. 8Daarom hebben Gods leraren een lichaam nodig, want hun eenheid kan niet rechtstreeks worden herkend.

H12.1:2Eén geheel volmaakte leraar, wiens leerproces voltooid is, volstaat. 3Deze ene, geheiligd en verlost, wordt het Zelf dat Gods Zoon is. 4Hij die altijd al totaal geest was, ziet zichzelf nu niet langer als een lichaam of zelfs maar als in een lichaam. 5Daardoor is hij onbegrensd. 6En omdat hij onbegrensd is, zijn zijn gedachten voor eeuwig en altijd verenigd met die van God. 7Zijn waarneming van zichzelf is op Gods Oordeel gebaseerd, niet op dat van hemzelf. 8Zo deelt hij de Wil van God, en brengt hij Diens Gedachten naar denkgeesten die nog steeds in waan verkeren. 9Hij is voor eeuwig één, want hij is zoals God hem schiep. 10Hij heeft Christus aanvaard, en hij is verlost.

In de cursus komt het woord kennis vaak voor. Ondanks dat het door elkaar wordt gebruikt voor zowel het absolute als het relatieve, verwijst het natuurlijk uiteindelijk alleen maar naar het absolute, omdat er domweg niets anders bestaat. Maar voordat je dit helemaal doorziet kan dit verwarrend werken. Daarom gebruik ik Jan i.p.v. het woord kennis liever Kennendheid-Zijn zoals mijn leermeester Wolter het Engelstalige knowledge vertaalde. Het verwijst mijns inziens duidelijker naar het ene onpersoonlijke vermogen tot kennen in onze ene Denkgeest. Kennendheid is een ander woord voor ons eigenste-eigen, het ongedefinieerde non-verbale, moeiteloze, zichzelf kennende, eeuwige hier-en-nu zijn. Kennis daarentegen lijkt meer te verwijzen naar het object van het kennen, het ‘persoonlijke’, gekende wat veelheid impliceert i.p.v. eenheid.

Al onze gedachten, hoe verschillend ook, worden moeiteloos gekend door deze ene onaantastbare Kennendheid van gedachten die alles oordeel-loos draagt. Op het niveau van ons ‘denken’ verwijzen ware gedachten naar deze stille ‘positie’ die in werkelijkheid zelf de enige Ware Gedachte is en waar de onware geen bestaan hebben.

Hiernaar verwijst de Cursus met: van boven het slagveld schouwen. Deze plek van Vrede van waaruit de Heilige Geest (Geest van Eenheid=Heelheid) jou leidt is wat jij werkelijk BENT: een Geestelijk Wezen/ Zijn, de Ene Ware Gedachte van God. Alleen vanaf die ‘plek’ kan het onware doorzien worden als wat het is eenvoudigweg door eraan voorbij te zien naar de werkelijke wereld; een wereld van onschuld. Dit wordt bedoeld met de visie van Christus waarmee je verhaal-loos in alles het gezicht van Christus gewaar wordt.

W.6.2; Hij (Christus) blijft onaangeroerd door wat de ogen van het lichaam ook zien. Want hoewel Zijn Vader in Hem het middel voor jouw verlossing heeft geplaatst, blijft Hij toch het Zelf dat, zoals Zijn Vader, van geen zonde weet.

Je hoeft niet stil te worden! Je bent stilheid! Wanneer je het onderscheid lastig vindt tussen ware en onware gedachten geef dan gewoon toe dat je niks weet van jezelf. Daarmee vloer je alle onware gedachten direct. Dit is dan tevens je hulpvraag aan de Heilige Geest, de opening, misschien maar een kiertje maar dat is genoeg. Want door elke spleet kan het licht naar binnen schijnen. Des te meer je jezelf dit niet-weten toestaat des te meer zullen ware-hulp zinnetjes spontaan bij je opwellen om hulp te bekrachtigen.

Een van de mooiste voorbeelden om dat onderscheid te leren maken tussen de ‘ware’ en ‘onware’ wereld staat mijn inziens in hoofdstuk 18-IX. Er staat dat:

de dwaling bij haar bron moet worden gecorrigeerd. Om die reden heeft de Heilige Geest juist het nietige deeltje van jezelf nodig, de kleine (malle) gedachte die afgesplitst en afgescheiden lijkt door de Zoon van God (alias de droommaker).6Dit is het kleine deel dat jij meent de Hemel te hebben ontstolen. Het onware gedachte droombeeld dat je voor waar houdt. Leer slechts deze pijngedachte te herkennen en 7Geef het aan de Hemel terug. 8De Hemel heeft het niet verloren, maar jij hebt de Hemel uit het zicht verloren.9Laat de Heilige Geest het uit het vergane koninkrijk verwijderen waarin jij het afgezonderd hebt, omringd door duisternis, bewaakt door aanval, en versterkt door haat. 10Binnen zijn barricaden bevindt zich nog steeds een nietig segmentje van Gods Zoon, compleet en heilig, sereen en zich onbewust van wat jij denkt dat het omringt. ( Jij als Gods Zoon, de Enige Ware Gedachte, Kennendheid-Zijn)

Een gedachte als: ik hou niet van Jan, noch van Katrijntje en eigenlijk ook niet van anderen want ik hou alleen van mijn Ware Zelf in Jan en die anderen’ is intellectueel gezien helemaal ‘waar’. En ook al is dit besef een geweldige hulp toch zegt het op zichzelf eigenlijk helemaal niks zolang je de lekkerheid, de stille weidsheid alleen nog maar ‘kent’ van horen zeggen en nog niet van binnenuit ‘geproefd’ hebt.

We kunnen uitgebreid aan je uitleggen hoe een aardbei smaakt maar om te ervaren hoe die werkelijk smaakt zal je toch echt zelf moeten proeven! En als je niet eens weet hoe een aardbei eruit ziet kan je dat beter vragen aan iemand die dat wel weet.

Wanneer we dat simpele stabiele stille Ene zijn weer ervaren zoals ik bij mijn leermeester mocht ontdekken zijn we wonderlijk ontdaan van alle maskers en blijken er slechts mij-zelven te zijn, geen anderen.

Alles wat je voedt groeit; iets wat we ‘zolang’ gevoed hebben met onze aandacht moet wel kracht hebben! Wanneer jij dan plotseling de voeding stopt zal de droomkracht vechten voor zijn leven. Dit ondervind jij dan als weerstand, als pijn, verdriet en boosheid. Er lijkt werkelijk iets dood te gaan in je dus schijnbaar maak je een soort rouwproces mee. Hoe persoonlijk en echt dit ook lijkt, het is allemaal onderdeel van het ego dictaat. Dit zijn niet jouw werkelijke gedachten. Laat je hierdoor niet van je vredesdoel afbrengen; wat lijdt is geen deel van jou (les 248)

T13.V.8. Visie is aangewezen op licht. 2Je kunt in het duister niet zien. 3Maar in de duisternis, in de privéwereld van de slaap, zie je in dromen, hoewel je ogen gesloten zijn. 4En hier (in deze droomwereld) is het dat jij (als droommaker) gemaakt hebt wat je ziet. 5Laat de duisternis echter los en je zult al wat je gemaakt hebt niet langer zien, want het zien daarvan berust op het ontkennen van visie. 6Maar uit het ontkennen van visie volgt nog niet dat jij niet kunt zien. 7Toch is dit nu juist wat ontkenning doet, want daardoor aanvaard je waanzin, ervan overtuigd dat je een privéwereld kunt maken en je eigen waarneming bepalen. 8Maar hiervoor dient het licht te worden geweerd. 9Wanneer licht is gekomen, verdwijnen dromen en kun je zien.

Luister hier goed naar: je hoeft privé- en lichaamsgedachten niet te veranderen of kwijt te raken! Met het juiste doel voor ogen dienen ze als hulpmiddel, een signaal om je denken weer juist te richten en te (h)erkennen dat jij je vergist.

Jij bent de keuzemaker! Jij bent en blijft het zien van die gedachten, ze hebben jou nodig niet andersom. Je maakt ze écht voor jou door ze te bestrijden. Zo voedt je ze weer met jouw aandacht en vergroot je de weerstand. Want vergeet niet: door de kracht van jouw aandacht zijn gedachten nooit neutraal. Jij kiest voor patatje oorlog op je bord of niet!

T15.IX.7. Wanneer het lichaam geen aantrekking meer op jou uitoefent, en wanneer je er geen waarde aan toekent als middel om wat dan ook te verkrijgen, dan zal er geen storing in de communicatie zijn en zullen jouw gedachten zo vrij zijn als die van God. 2Naarmate jij je door de Heilige Geest laat onderwijzen hoe je het lichaam louter voor communicatiedoeleinden kunt benutten, en niet langer de bruikbaarheid ervan voor afscheiding en aanval erkent die het ego erin ziet, zul jij leren dat je in het geheel geen lichaam nodig hebt. 3In het heilig ogenblik zijn er geen lichamen en ervaar je alleen de aantrekkingskracht van God. [] 6Alle waarheid is hier.
3. Naast je erkenning dat gedachten nooit loos zijn, is het voor verlossing ook nodig dat je erkent dat iedere gedachte die je hebt je hetzij vrede hetzij oorlog, hetzij liefde hetzij angst bezorgt. 2Een neutraal resultaat is onmogelijk, omdat een neutrale gedachte onmogelijk is. 3De verleiding om angstgedachten af te doen als onbelangrijk, onbenullig en niet de moeite waard om je druk over te maken, is zo groot dat het van wezenlijk belang is dat je inziet dat ze allemaal even destructief, maar ook even onwerkelijk zijn. 4We zullen dit idee in vele vormen oefenen voordat je het werkelijk begrijpt.

Aandacht en geloof zijn de essentiële gereedschappen van macht om werelden te maken of te breken. Wanneer je een plant geen water geeft gaat hij dood. Zo ook de ‘ego-plant’. Maar het ego is slim want het is uit jouw intelligentie gemaakt. Dus zal je het om de tuin moeten leiden. Net doen alsof je het ego nog steeds aandacht geeft. Gelukkig kent het geen verschil tussen persoonlijke en onpersoonlijke aandacht. Daarom is het belangrijk om bereid te zijn alles onder ogen te zien en niets als onbelangrijk af te doen. Niks onder het tapijt te verstoppen, te dissociëren want dit is hetzelfde als wél geloven, wél echt maken. Alleen in het licht van jouw onpersoonlijke aandacht zal het verschrompelen. Want van teveel zonlicht droogt de ego-plant uit.

Onpersoonlijke aandacht is zien vanuit de neutraalstand van niet-weten. Zonder dat je denken een label plakt op wat je ogen lijken waar te nemen. Zonder benoemingen die aangeleerd zijn betekenen deze waarnemingen niks. De contrasten tussen ogenschijnlijke dingen maken voor jouw zien niks uit. Jij bent degene die alles betekenis geeft. Wanneer jij jouw waardes van alles afhaalt is alles neutraal, zonder betekenis. Zonder jouw ideeën van goed, slecht, mooi en lelijk. Dat is niet-weten. Er is niks te weten in een wereld waar alles aangeleerd is. En alleen wat werkelijk waar is kan geweten worden want dat ben je. Zijn en Weten is Een: Kennendheid-Zijn. Iets weten bestaat niet.

Les 54 .1. (16) Ik heb geen neutrale gedachten. Neutrale gedachten zijn (voor onze kennendheid van gedachten; ons licht dat we delen met God) onmogelijk, want alle gedachten bezitten kracht (door ons geloof erin). Ze zullen ofwel een onechte wereld maken, of mij naar de werkelijke wereld leiden. Maar gedachten kunnen niet zonder gevolgen zijn (ze hebben allen kracht door onze kracht als Zoon). Zoals de (droom)wereld die ik zie uit mijn denkfouten(fantasie) voortkomt, zo zal de werkelijke wereld voor mijn ogen verrijzen als ik mijn vergissingen (door de Heilige Geest) corrigeren laat. Mijn gedachten kunnen niet noch waar, noch onwaar zijn. Ze moeten óf het een, óf het ander zijn. Wat ik zie, toont mij wat ze zijn.

We kunnen als pop niet thuiskomen, alle pogingen zijn tot mislukken gedoemd. Via poppenogen zullen we niet herkennen dat achter alle werelds ‘geluk’ slechts pijn schuilgaat. Alles in de wereld ‘buiten’ je symboliseert een mega huwelijksbed waarin pijn in veelvoud onder het mom van liefde wordt ‘uitgebreid’.

Net als bij de schepper en zijn Zoon waar geven en ontvangen één is lijkt er ook tussen de poppenspeler en de poppen communicatie te zijn. Dat is de god waar we ons als ‘gelovige’ pop tevergeefs tot richten voor hulp. Maar het zijn bepaald geen ‘liefdesbrieven’ die uitgewisseld worden want in ‘werkelijkheid’ blijkt het eenrichtingsverkeer en is er van wederzijdse liefde geen sprake. De poppenspeler hanteert een strak en wreed regime om jouw trouw te garanderen. Trouw die niet wederzijds is hoeveel offers je ook brengt want hij is heimelijk slechts trouw aan zichzelf als moordenaar. Jij als pop mag dan de rol van dodelijk slachtoffer spelen. Gevangen in het geloof een lichaam te zijn komt deze bedachte ego-nazibeul-God ons halen wanneer het onze ‘tijd’ is.

18. IX.3. Vanuit de wereld van lichamen, door krankzinnigheid gemaakt, lijken krankzinnige boodschappen teruggestuurd te worden naar de denkgeest die haar gemaakt heeft. 2En deze boodschappen getuigen van deze wereld, en verklaren haar waar. 3Want jij hebt deze boodschappers uitgezonden om dit bij jou terug te brengen. 4Alles wat deze boodschappen je doorgeven is volstrekt uiterlijk. 5Er zijn geen boodschappen die spreken van wat onder de oppervlakte (achter de droombeelden) ligt, want het lichaam kan hiervan niet spreken. 6Zijn ogen nemen het (de onzichtbare oorzaak) niet waar, zijn (poppen)zintuigen hebben er geen enkele notie van, en zijn (poppen)tong kan zijn boodschappen niet doorgeven. 7Maar God kan jou (als Zoon van God/denkgeest) daar wel brengen, als je bereid bent de Heilige Geest (via de Ware Gedachte ofwel de Stilheid als de Stem van God) door schijnbare verschrikking heen te volgen, om te ontwaken uit dromen.

Maar alleen de kracht van jouw geloof maakt de droom ieder moment nu tot werkelijkheid. Bagatelliseer deze kracht niet! Als kinderen in een draaimolen waar steeds dezelfde plaatjes buiten ons voorbijkomen terwijl de molen zelf onveranderlijk op zijn fundament blijft, herhalen we dit sprookje steeds weer voor onszelf in een eeuwig Nu-Zijn. We lijken er maar geen genoeg van te krijgen. In het toneelstuk dat we leven noemen blijft de oorzaak zo voor onszelf als kinder-superhelden verborgen. En gillen de kinderen in de draaimolen van (bitterzoet)plezier of angst?

T18.IX.6. Deze schijnzware barrière, deze kunstmatige bodem die wel een rots lijkt, is als een laaghangende donkere wolkenbank die een massieve muur lijkt te vormen voor de zon. 2Haar ondoordringbare voorkomen is een en al illusie. 3Ze wijkt zachtjes voor de bergtoppen die erbovenuit rijzen, en heeft niet de minste macht iemand tegen te houden die de wil heeft erbovenuit te klimmen en de zon te zien. 4Ze is niet sterk genoeg om een speld te stoppen in zijn val, of om een veertje te dragen. 5Er kan niets op rusten, want het is slechts een illusie van een fundament. 6Probeer haar maar eens aan te raken en ze verdwijnt; poog haar te grijpen, en je handen houden niets vast. 7. Toch is het makkelijk in deze wolkenbank een hele wereld te zien verrijzen. 2Een massieve bergketen, een meer, een stad; dit alles verrijst in je verbeelding, en vanaf de wolken komen de boden van jouw waarneming bij je terug, en verzekeren jou dat het er is. 3Gedaanten komen duidelijk naar voren en bewegen zich in het rond, handelingen lijken echt, en vormen verschijnen en verschuiven van lieftalligheid naar het groteske. 4En heen en weer gaat het, zolang jij het kinderspel van doen alsof wilt spelen. 5Maar hoelang jij het ook speelt en hoeveel verbeelding je er ook in stopt, je verwart het niet met de wereld daarbeneden, en probeert het ook niet werkelijk te maken.

Een Ware, Liefdevolle God zal nooit de dood, sterfelijkheid, tot doel van het leven maken omdat God Zelf Leven is. Hij kan niet scheppen wat tegengesteld is aan zichzelf en leven kan niet dood. Alleen de Heilige Geest als de Stille Stem van God kan jou door alle ogenschijnlijke verschrikkingen van de poppen-hel heen loodsen naar de sfeer van geborgenheid en lieflijkheid van het al-thuis-zijn. Het ego dicteert je liever te vertrouwen op je ‘eigen nuchtere gezonde verstand’ en zo hoop je tegen beter weten in alsnog best gelukkig te worden. Zo is het leven nu eenmaal zeggen we dan als ‘nuchtere volwassene’. Maar zonder deze stabiele innerlijke Kennendheid als veilige haven is er niets om te vertrouwen.

les 8. 3. Het doel van de oefeningen van vandaag is een begin te maken je denkgeest erin te trainen om op te merken wanneer hij in wezen helemaal niet aan het denken is. 2Zolang gedachteloze ideeën beslag leggen op je denkgeest, wordt de waarheid geblokkeerd. 3Erkennen dat je denkgeest (met niet neutrale gedachteloze ideeën) slechts leeg is geweest, in plaats van te geloven dat hij met werkelijke ideeën is gevuld, is de eerste stap om de weg naar visie te openen.

T17.8. Het verleden wordt de rechtvaardiging om met het ego een aanhoudend onheilig bondgenootschap tegen het heden aan te gaan. 2Want het heden is vergeving. 3Daarom worden de relaties die het onheilige bondgenootschap dicteert niet als nu gezien of gevoeld. 4Maar het referentiekader waarnaar het heden wordt verwezen om betekenis te krijgen, is een illusie van het verleden, waarin die elementen die aan de bedoeling van het onheilige bondgenootschap beantwoorden, worden vastgehouden, terwijl alle andere worden losgelaten. 5En wat aldus wordt losgelaten, is alle waarheid die het verleden ooit het heden bieden kan als getuige van zijn werkelijkheid. 6Wat wordt vastgehouden getuigt slechts van de realiteit van dromen.

4. Onderzoek bij de toepassing van het idee van vandaag ongeveer een minuut lang je denkgeest, met gesloten ogen, en probeer bewust geen enkele ‘kleine’ gedachte over te slaan, die zich misschien aan het onderzoek onttrekken wil. 2Dit is behoorlijk moeilijk, tot je eraan gewend raakt. 3Je zult merken dat het je nog steeds zwaar valt geen kunstmatig onderscheid aan te brengen. 4Elke gedachte die bij je opkomt is, ongeacht de kwaliteiten die je eraan toeschrijft, geschikt om het idee van vandaag op toe te passen.

5. Herhaal tijdens de oefenperioden eerst het idee voor jezelf, en houd elke gedachte die zich in je denkgeest aandient even vast, terwijl je bij jezelf zegt: Deze gedachte over_______ is geen neutrale gedachte. Die gedachte over_______ is geen neutrale gedachte. Gebruik als gewoonlijk het idee van vandaag telkens wanneer je je bewust bent van een bepaalde gedachte die onbehagen wekt. 5Hiertoe wordt de volgende vorm voorgesteld: Deze gedachte over _______ is geen neutrale gedachte, want ik heb geen neutrale gedachten.

6. Als je merkt dat het je betrekkelijk moeiteloos afgaat, worden vier tot vijf oefenperioden aanbevolen. 2Als je spanning voelt, is drie keer genoeg. 3Ook moet de lengte van de oefenperiode worden bekort als er een gevoel van onbehagen optreedt.

Sta jezelf toe zonder censuur te kijken wat er allemaal in je opkomt. Je zal merken dat dit best lastig is omdat je onder invloed van het ego gewend bent om bepaalde gedachten niet toe te laten, voor jezelf te bagatelliseren, of te vergoelijken. Dat lijkt dan liefdevol want zoiets ‘hoor je niet te denken’ maar het is een slinkse ego-strategie om je oordelen in stand te houden en de baas te blijven spelen terwijl het lijkt alsof je autonoom reageert. De ego-weerstand duikt in vele vormen op, zelfs woorden uit de Cursus gebruikend om toch gelijk te halen, beter te zijn dan een ander of stiekem tóch slachtoffer van een ander. Er is een groot verschil tussen liefde zonder voorwaarden en moraliteit. Een van Wolters geliefde uitspraken was: ‘Wanneer deugd en rechtvaardigheid (moraliteit) de voordeur binnenkomen, piept Liefde de achterdeur uit’.

Laat ze allemaal de revue passeren; van fijn en heerlijk tot ordinair en smerig, vies en vulgair, ranzig en razend, scheldend en tierend tot zelfs moordlustig aan toe. Laat alles toe wat je tegenkomt, ook je meest waanzinnige haat en jaloezie beelden. Door ze allemaal te mogen zien zal je ontdekken dat elk oordeel een verkapte moordgedachte is. Je sluit alles en iedereen op, inclusief jezelf, in een voor jou (ego) goed uitkomende vorm, want elke vorm houdt een beperking in en is aldus beroving van vrijheid. Zo lang je al die gedachten samen met het ego bekijkt zal het jou misschien een ogenschijnlijke maar heel korte en niet heuse rust brengen. Want onder dat oordelen, hoe flemend de woorden ook zijn val jij jezelf aan en woekert schuld en angst.

T13.II.7. Deze cursus heeft uitdrukkelijk gesteld dat hij vrede en geluk voor jou beoogt. 2Toch ben je er bang voor. 3Er is je telkens weer gezegd dat hij je zal bevrijden, en toch reageer jij soms alsof hij je tot gevangene probeert te maken. 4Je zet hem vaak makkelijker aan de kant dan het denksysteem van het ego. 5Tot op zekere hoogte moet je dus wel geloven dat jij jezelf beschermt door deze cursus niet te leren. 6En je beseft niet dat jouw schuldeloosheid het enige is wat jou kan beschermen. (God garandeert onze schuldeloosheid )

Door dit gedachten-onderzoek tot een gewoonte te maken zal je steeds minder genoegen kunnen nemen met kortstondige rust en vrede. Je zult gevoeliger worden voor onbehagen, zelfs de speldenprikken van het ego. Je zult ontdekken dat wat je voor rust hield een schijnrust is. Schrik niet als het ego dan méér uit zijn schijnbaar onuitputtelijke voorraadkast van hatelijkheden en grimmigheden trekt. Het doodmechanisme vecht voor zijn leven en daarvoor is hij van jou afhankelijk! Hij heeft niks anders te doen, het is letterlijk zijn enige functie die hij nooit vergeet. Maar het is niet jouw enige functie!

T18.IX.4. De cirkel van angst ligt net onder het niveau dat het lichaam ziet, en lijkt het hele fundament te zijn waarop de wereld rust. 2Hier bevinden zich al de illusies, de vervormde gedachten, de waanzinnige aanvallen, de woede, de wraak en het verraad, die gemaakt werden om de schuld te verankeren, zodat daaruit de wereld kon ontstaan die hem verborgen moest houden. 3Zijn schaduw stijgt voldoende naar de oppervlakte om te zorgen dat zijn meest uitwendige verschijningsvormen in het duister blijven en daar wanhoop en eenzaamheid zaaien, en maken dat het daar vreugdeloos blijft. 4De intensiteit van de schuld wordt echter versluierd door zijn zware omhulsels, en blijft gescheiden van dat wat werd gemaakt om hem verborgen te houden. 5Het lichaam kan dit niet zien, want het lichaam ontstond hieruit om hem te beschermen door hem aan het oog te onttrekken. 6De ogen van het lichaam zullen hem (cirkel van angst) nooit te zien krijgen. 7Maar ze zullen wel zien wat hij dicteert. 5. Het lichaam zal de boodschapper van schuld blijven, en zal handelen zoals hij dat bepaalt, zolang jij gelooft dat schuld realiteit is.

Door steeds weer notie te nemen van de brede alles dragende stilheid onder welke gedachte dan ook, de openingen tussen de gedachten, de ruimte tussen de dingen, zal het je steeds makkelijker afgaan in deze innerlijke ‘plek’ te verblijven. De plek waar alles komt en gaat maar waar jij als stilheid-Zijn blijft en niet weg kunt.

Boven het slagveld verwijlend, heb je een andere, onpersoonlijke en dus meer afstandelijke blik op alles wat er lijkt te gebeuren op het strijdtoneel. Alles wordt meer hetzelfde. Je ziet de hele mierenkolonie in plaats van in te focussen op het drama van één mier. Het ego zal misschien zeggen dat je zo een koude kikker wordt. Maar wat het niet weet is dat wanneer je alles als hetzelfde gaat zien de onschuld van alles naar voren komt. Doordat je jezelf niet vernauwt tot verschillende belangen krijg je oog voor het Ene Belang. Dan kijk je met Liefdesogen, anders gezegd; de visie van Christus.

Hiermee genees je de hele droom wat niet anders is dan dat je erdoorheen ziet. Dat is de gelukkige droom. Want de ogen van het lichaam zijn gemaakt om verschillen te zien. Maar jij gebruikt die niet langer om oorlog te voeren maar om je eraan te herinneren wie je werkelijk bent

Les 67.3:2Als liefde jou schiep als zichzelf, moet dit Zelf in jou zijn. 3En ergens in je denkgeest ligt Het op jou te wachten. 4. Misschien vind je het nodig het idee voor vandaag van tijd tot tijd te herhalen om afleidende gedachten te vervangen. 2Misschien ook vind je dit onvoldoende, en acht je het nodig om andere gedachten te blijven toevoegen die verband houden met de waarheid over jouzelf. 3Maar wellicht zul je erin slagen daaraan voorbij te gaan, en via de periode van gedachtenloosheid komen tot de gewaarwording van een stralend licht waarin jij jezelf herkent zoals liefde jou geschapen heeft.  4Vertrouw erop dat je vandaag veel zult doen om die gewaarwording naderbij te brengen, of jij je daarin nu geslaagd voelt of niet.

Wanneer je het toch erg lastig vind om niet aan te haken bij alle gedachten die voorbij komen en/of de stilheid onder alles niet kan voelen gebruik dan je ademhaling als anker. Observeer je ademhaling tot die (misschien) rustiger en gelijkmatiger wordt waardoor jij vanzelf minder meegaat in ‘jouw denken’. Dan pas kijk je de gedachtentrein weer aan. Houdt je ademhaling steeds beet als het stille punt terwijl je alles voorbij ziet trekken. Ook als er emoties opkomen doordat je aan lijkt te haken, dan zie je dat moeiteloos. Jij zit eerste rang en elke gedachte, elke gevoel heeft jou aandacht nodig voor zijn bestaan. Maar doordat je je ankert in de stille plek/je ademhaling wordt de aandacht vanzelf onpersoonlijk. Doe dit in eerste instantie met gesloten ogen en pas daarna, als dit lukt, met ogen geopend.

Om de werkelijke wereld te bereiken hoeven we onszelf deze slechts te herinneren als de sfeer van innerlijke stilheid vooraf en voorbij aan alle woorden. Gedachten hoeven dus niet weg, ze zijn niet anders dan het gezang van een vogel, een voorbijrazende trein enzovoort. Ze trekken slechts voorbij in jouw stilheid-sfeer om die te bezingen.

18.IX.12. Liefde wordt niet geleerd. 2Haar betekenis ligt in haarzelf. 3En jouw leren eindigt wanneer je hebt ingezien wat ze allemaal niet is. 4Dat is de belemmering; dat is wat ongedaan moet worden gemaakt. 5Liefde wordt niet geleerd, want er is nooit een tijd geweest waarin jij haar niet hebt gekend. 6Leren is nutteloos in de Tegenwoordigheid van je Schepper, wiens erkenning van jou en de jouwe van Hem alle leren zover overstijgt, dat al wat je geleerd hebt zonder betekenis is, en voor eeuwig vervangen is door de kennis van de liefde en haar ene betekenis.

Belangrijke noot
Om de structuur in de tekst beter zichtbaar te maken zodat de betekenis van de inhoud misschien makkelijker begrepen kan worden
is de tekst verdeeld in met kleur gearceerde tekstblokken.

Turqoise: de tekst van de les
Geel: de teksten uit de cursus die extra aanvulling geven
Geen achtergrond kleur: toelichting van Jan en Gertrude


Klik hier om dit artikel in pdf formaat te downloaden.