Voor ons wezenlijke Zijn, wat je ons hart zou kunnen noemen ofwel pure Kennendheid van onszelf als blanco Liefdesdenkgeest, kan er geen werkelijke vormenwereld en dus geen dood bestaan. Om lichamen en andere objecten te kunnen zien moeten we eerst een gedachte naar een zogenaamd buiten geprojecteerd hebben.
Het enige wat we vanuit ons Liefde-Zijn, met de HG, kunnen zien is Liefde en dit is wat de Cursus visie noemt ofwel de werkelijke wereld. Dus valt er eenvoudigweg niets te kennen wat geen betekenis heeft. Dit is de korte weg; eerste oorzaak is alomvattend, dualiteit kan niet bestaan. Ofwel: niets werkelijks kan bedreigd worden, niets onwerkelijks bestaat.
Maar zolang je jezelf vereenzelvigt met een lichaam en denkt een persoon te zijn die lief én leed deelt met andere personen/poppen-lichamen, zolang je denkt met je lichaamsogen de werkelijkheid te zien, is het onaanvaardbaar en onmogelijk om die ogenschijnlijke buitenwereld met ouders, geliefden en kinderen als betekenisloos te zien. Dan kan dit niets anders oproepen dan angst voor verlies.
Zo blijft je aandacht gekoppeld aan de droomwereld. Ons ego-denken voorkomt dat we aan de uiterlijke vormen voorbijzien en ons gewaar zullen zijn wat we werkelijk vrezen te verliezen: onveranderlijke Liefde.
Ons ego misbruikt onze heilige liefdes-herinnering door dit te koppelen aan speciale vormen. Vandaar onze verslaving aan uiterlijk zoeken en de weerstand om de wereld als niet-waar en betekenisloos te zien. Het enige doel van ons ego-denken is de simpele heelheid van ons smetteloze Zijn te bedekken en ons te verblinden door miljarden verschillende vermommingen van angst.
Of je nu wel of nog niet kan aanvaarden dat jouw wezen al ongerept GewaarZijn is en altijd zal zijn, je ego trekt zich daar niets van aan. Die blijft z’n eigen plan trekken; het hel en doodscript stopt niet zomaar met het aanvaarden van een ander idee. Het ego-denken zal met zijn schuld en angst logica blijven proberen je te verlokken zijn ‘adviezen’ op te volgen bij al de problemen die de wereld jou als hoofrolspeler versus anderen lijkt voor te schotelen. Steeds weer zal het ego jou de tastbare bewijzen leveren dat je x jaar geleden geboren bent uit een moeder en dat je vroeg of laat, kijk maar naar je lieve overleden oma, vader, vriend etc., toch écht net als iedereen dood zal gaan. Door mega pijn-verleden en dood-gaan-toekomst verhalen zal je ego steeds weer jouzelf als die kwetsbare hoofdrolspeler proberen te bevestigen. Tegelijkertijd houdt het je ook een wortel voor de neus met voorbeelden van echte verworvenheden in je verleden waaruit blijkt dat het soms toch echt wel gelukt is om te krijgen wat je wilde, en soms nog wel meer. Geef dus niet op zegt het ego dan bemoedigend; je moet er voor gaan!
De illusie van een werkelijk bestaand verleden doet zijn werk waardoor het constant lijkt alsof je inderdaad in een buitenwereld iets ziet wat je al kent of hebt gekend.
De enige ontsnapping is je naar de weldadige rust van binnen te keren en je eigenste eigen als je al thuis-zijn te aanvaarden en je hierdoor te laten omarmen. Als het slechts een intellectueel begrijpen is kan je er nog geen veiligheid aan ontlenen en zal een betekenisloze wereld je alleen maar meer angst aanjagen.
Slechts door je in dit stille Zijn te ankeren is de dubbelheid van enerzijds de Waarheid en anderzijds jouw rol als hoofdrolspeler te behappen. Van hieruit kan je schouwen en doorzie je makkelijker de capriolen van het ego, dat wezenlijk onzeker en angstig is omdat het geen werkelijke bestaansgrond heeft. Het heeft jou nodig voor zijn bestaan en probeert via jou dat gebrek aan vertrouwen met eten, drank, seks, muziek en andere soorten geneugten op te vullen via de ‘negen gaten’ van het lichaam. Ik bedoel hiermee niet te zeggen dat deze dingen vermeden moeten worden maar dat ze op een andere manier dan voor verdoving en vergetelheid gebruikt kunnen worden. Door ze aan te bieden aan de HG zijn het dan, zoals alles wat het ego gemaakt heeft, uitstekende hulpmiddelen om jou te leren er notie van te nemen dat jij daarin aanwezig bent als het stabiele stille Kennen. Kies er voor, om in iedere situatie hulp te vragen aan de HG om de ware wereld, jouw eigenste eigenheid, voorbij alle waanzin de hele dag te ervaren dóór al die droomverhalen heen. Zo laat je de linkerhand-ons stabiele kennen, niet weten (ofwel niet besmet raken door) wat de rechterhand doet (wat de onware gedachten beweren).
In voorgaande lessen zagen we dat het niets anders kan zijn dan mijn betekenisloze gedachten die mij een betekenisloze wereld laten zien. Nauwkeurig beschouwd kunnen we betekenisloosheid op twee manieren waarnemen; met het ego of de HG. De ene manier brengt angst en schuld te weeg, de andere opluchting en vrijheid. Grote alertheid is hier dus geboden! Op het moment dat je onderkent dat je gedachten niks betekenen en de wereld die je ziet dus ook niet heb je grote kans dat het ego-gewoontesysteem vliegensvlug de smetteloze, neutrale leegte opvult. In een fractie van een seconde schuift het zijn vervormend kijkglas er als een filter overheen waardoor wat daar NU al was en is onopgemerkt blijft. Het ego zal koste wat koste proberen te verhinderen dat jij je door de stilheid van dit moment, de ruimte tussen twee gedachten zal laten omhullen en ontdekken dat daar alleen maar lieflijkheid en onschuld wonen en niks anders! Razendsnel en agressief zal het pogen jou af te leiden met zijn interpretaties en oordelen. Dan zal je onafwendbaar betekenisloosheid als angstaanjagend en zinloos ervaren.
Het vergt oefening in sneller schieten om de geniepige snelle ego-gedachten te ondervangen waarmee het jouw innerlijke stille ruimte wil bezetten. Het vraagt dus een grote mate van aanwezig zijn om je aandacht bij deze stilheid zelf te houden en je niet af te laten leiden. Bereidheid tot oefenen is hier weer de toverformule om te zien dat vanuit onze kennendheid alle ego-stormen moeiteloos gevolgd kunnen worden.
Wanneer je voldoende aanwezig blijft zal de betekenisloosheid van jouw gedachten je juist bevrijden. Dan kan de stem van God zich als stilheid in ons eigenste eigen doen kennen als ‘het zachte ruisen van de vleugels van vrede’. Dan zie je dat het niet de wereld is die weerstand veroorzaakt maar het onjuiste standpunt van waaruit je naar de wereld kijkt.
Vergis je niet in de mate waarin we verslaafd zijn. Dit merk je bijvoorbeeld wanneer je naar een film kijkt. Over het algemeen vinden we er niks aan als we ons niet identificeren met het drama van de spelers op het witte doek. Zo is het ook in ons gewone leven. Je kan dit oefenen door eens op een andere manier naar een film te kijken. Kijk of je dit kan doen vanuit een rol als toeschouwer die vanuit een stil en veilig plekje kijkt. De hoofdfocus worden dan je eigen reacties op hetgeen je denkt ‘mee te maken’ in de film. Het is niet de bedoeling je emotionele reacties te dissociëren maar ze vol aan te kijken, te doorvoelen terwijl je je stilheid als basis houdt. Door je niet te verzetten ga je dieper de stilheid van je zijn ervaren en dat je gedachten in werkelijkheid niet bedreigend kunnen zijn.
Wanneer de maker van de droom, de poppen in die droom tegen elkaar uitspeelt en het hele huwelijksbed-duali-strijd-drama veroorzaakt wordt onze stilheid, het onaantastbare van de Zoon van God Zelf geen moment bedreigd of beïnvloedt. Het enige wat er leek te gebeuren is dat we de stilheid als achtergrond gingen gebruiken voor de beelden die wijzelf als dromer wensten te zien. God schiep ons als onveranderlijke liefde, en die staat is nog altijd intact. Welk drama er zich ook voor je ogen lijkt af te spelen, van boven het slagveld af gezien, zonder ego-commentaar, zijn alle zo echt lijkende ervaringen waarvan je zintuigen lijken te getuigen niet waar.
Wanneer doorzien wordt dat pop-Jan niet echt is maar slechts een bundel gedachten en oordelen dan zijn al die zintuiglijke waarnemingen ook niet echt. Niets gebeurd hoeft er dan niets vergeven te worden. Zolang ego-commentaar achterwege blijft of niet geloofd wordt blijft je innerlijke ruimte leeg en alles wat je waarneemt is dan neutraal.
Hoewel het ego deze leegte zal benoemen als kaal en kil en/of saai, deze neutrale staat is niet niets. Het al-thuis-zijn tussen twee gedachten is vanuit geprogrammeerde poppenogen niet meer dan de achtergrond voor gedachten, zoiets als een bord dient om eten op te serveren of een papier om op te schrijven. Als slachtoffer/dader in de droom zijn we overgeleverd aan de poppenspeler/scriptschrijver die ons met bangmakerij en gedachten als: dat lukt me nooit ontmoedigt om te durven zoeken naar de ware oorzaak van onze ongelukkigheid. Meestal kunnen we die opening niet zien als een reële ontsnappingsmogelijkheid naar geborgenheid en thuiszijn. Óf we zien het als een te moeilijk bereikbaar doel in een verre toekomst óf we associëren dit met de dood, een angstaanjagend zwart gat waarin wijzelf en alles wat we denken lief te hebben verzwolgen zal worden door het onbekende.
Echter wanneer we er voor open staan geholpen te worden door de HG, die verbonden met ons Ware Wezen in dit stille plekje woont, kunnen we nu leren de ware oorzaak, de scriptschrijver met alles erop en eraan, te vergeven met: nooit gebeurd, niet waar. De Heilige Geest is de brug die ons over de betekenisloosheid van alle kleinheid heen, onze angstgedachten en ego-stormen, naar onze werkelijke, onvoorstelbare grootheid tilt. Geankerd in dit Stille Zijn, leren we de oordelen en onware gedachten te doorzien als niet waar en aanvaarden we zo de Verzoening voor onszelf.
De Heilige Geest is niet een soort entiteit die we in ons innerlijk meedragen en ook niet buiten ons. Wezenlijk is het ons Gezonde Zelf, ons Ware, niet dromende ofwel Christus-Zelf wat voor eeuwig deel uitmaakt van God. Door aan ons Gezonde Zelf, hulp te vragen krijgen we gezonde oplossingen vanuit rede i.t.t. het raadplegen van ons zieke, ongezonde zelf, het egozelf wat meer redeloosheid, ongezondheid genereert. De Cursus gebruikt Heilige Geest om goed het onderscheid te leren maken tussen wat ziek en gezond is. Want ziekte is altijd van de denkgeest en niet van een lichaam.
Het aanvaarden van de verzoening betekent het idee als feit aanvaarden dat jij de Zoon van God bent en tegelijkertijd de dromer van héél deze droom. Dat je niet een lijdend, angstig poppetje bent dat samen met miljarden andere poppen vastzit in de droom met rugzakken vol schuld en angst-gedachten. Onderzoekend zul je zien dat alle hoofd- en bijrol spelers binnen die droomwerelden in zowel slaap-als waaktoestand, verschijnen en weer oplossen in ons ene gedeelde niet-beïnvloedbare Kennen. Dat alles zich dus binnen onze eigen denkgeest, onze kennendheid van gedachten afspeelt en niet daarbuiten. Zonder eigen licht zijn al die vormen en wezens afhankelijk van onze aandacht en kunnen niet werkelijk zijn.
Hieruit volgt vanzelfsprekend dat onze denkgeest in wezen blanco moet zijn en dat we als denkgeest niet werkelijk bang kunnen zijn. Die angst blijkt gewoon een gedachte te zijn die zich uit als een lichaamsgevoel wat op zichzelf ook een niks-betekenende gedachte is. Een waanzinnig idee door ons ego/de poppenspeler geprojecteerd op het lege filmdoek van ons Kennen-Zijn. Dit alles dient louter als beveiligingsmechanisme voor ons ego met als doel; je te laten vergeten dat jij een droomwens hebt gehad door onszelf te laten geloven dat het allemaal echt gebeurt. Zou dit waanzinnige plan werkelijk gebeurd zijn dan was er geen ontsnapping mogelijk. Dan kan je niet anders dan jezelf gelijkstellen met het ego en dit als jouw ware zelf zien.
Alle oplossingen die het ego je ter geruststelling en als hoop aanbiedt liggen altijd buiten je en in de toekomst. Zo blijven ze een onbereikbare wortel voor je neus. Wat wél kan oplossen is het ego zelf. Daarom probeert het ons met alle macht af te leiden van het nu, het eeuwige moment dat als een feit staat tussen elke verleden en toekomstgedachte. Dit is de opening, het zwarte gat waarin het kan verdwijnen maar jij niet. Het is er letterlijk doodsbang voor en niet jij. Daarom wil het dat jij jezelf voor het ego aanziet, je ermee gelijkstelt.
Het nu is letterlijk onvoorstelbaar, we kunnen er geen label opplakken en daarom bestaat het voor het ego gewoonweg niet. Deze hele wereld dankt zijn ‘bestaan’ letterlijk aan onze aandacht. Het ego doet er alles aan onze aandacht te trekken. Daarom is het zo druk doende met beoordelen en labelen. Het heeft ons wijsgemaakt dat alleen dát bestaat wat benoemd kan worden. Het intellect kan er niets met het nu en gebruikt het slechts als achtergrond voor woorden waardoor we erover heen kijken.
Wanneer de tirannie van de ego-gedachtentrein lastig is te weerstaan is de volgende oefening misschien behulpzaam. De basis hiervoor is les 248: Wat lijdt is geen deel van mij. Wat verdriet heeft ben ik niet zelf. Wat pijn heeft ben ik niet echt.
Neem er rustig de tijd voor, laat gewoon je gedachten passeren en kijk wat ze beweren.
Bijvoorbeeld: Ik ben niet goed/aardig/bekwaam/attent/intelligent, ik heb het fout gedaan, ik wordt vast ziek, ik zal mijn baan verliezen, stel dat mijn man doodgaat etc.
Vervolgens zeg je dan: wat angstig is ben ik niet, wat zich zorgen maakt ben ik niet, wat ziek kan worden ben ik niet, wat kan sterven ben ik niet, wat liefdeloos is ben ik niet etc.
Wanneer je dit een tijdje volhoudt en het meeneemt in je gewone bezigheden wordt het vanzelf weer stil in jou en komt jouw woordloze ik ben weer op als de vrede en stilte die alles onvoorwaardelijk draagt.
Het egostemmetje kan er tussendoor piepen met; als het me dan toch niet lukt om niet bang te zijn en dit allemaal maar illusie is dan maakt het niet uit wat ik doe. Dan kan ik het er best van nemen en alles doen waar ik zin in heb om een goeie tijd te hebben. Dan wil ik dat jij daar! mij eindelijk geeft wat ik wil om me lekker te voelen. Als je dat niet doet donder dan maar op, ik zoek wel iemand anders!
Door bereid te zijn hulp te vragen en het verzoeningsidee te aanvaarden worden we er steeds weer aan herinnerd dat ons eigenste eigen niet bedreigd kan worden. Steeds opnieuw worden we bewust van het nu-kennende-zijn dat alleen maar zichzelf (als Liefde) wil herinneren. De rede laat ons dan tot het besef komen dat de afgescheidenheid en het verleden nooit werkelijk heeft plaatsgevonden. Zo ontwaken we uit de droom. Het was slechts een wens waarmee we betekenisloze gedachten in onze denkgeest hebben toegestaan om betekenis te hebben. Een waanzinnig en pijnlijk idee dat geen eigen licht in zich draagt. Het gaat erom dat we willen blijven zien dat we in werkelijkheid al vrij zijn van die onware, pijnlijke gedachten en ideeën. We zijn nog altijd zoals God ons schiep, en het enige doel is om onszelf dat te blijven herinneren. Het is dus een kwestie om dit feit altijd te willen blijven zien, terwijl we de dubbelheid van het hele pop Jan scenario met zijn levensverhaal ogenschijnlijk gewoon doorgaat.
In les 12 zagen we dat wanneer angst en onrust als écht waar ervaren worden, dit een teken is dat je het betekenisloze pop-denken gelooft. Les 5 kan ons er dan weer aan herinneren dat we nooit bang zijn om de reden die ik als pop jan denk. Het onbehagen dat door angst en onrust teweeg wordt gebracht kan je dus juist ook helpen te realiseren: hé, ik vergis me, ik kijk verkeerd, ik zie het verleden, en ik kan me ook ons eeuwige nu-zijn herinneren en van daaruit anders naar deze situatie, of die persoon kijken.
Onbehagen opmerken is genade! Want wanneer je bereid bent om vanuit de herinnering van nu-zijn alle angst-, schuld-, en verleden-toekomst verhalen te zien als een alarmbel, kunnen de bijbehorende onbehaaglijke gevoelens juist een hulp zijn om bewust weer ons natuurlijke, onpersoonlijke standpunt in te nemen.
Ook al zijn er nog angsten en aannames, vanuit die stabiliteit zullen de ego-gedachten niet meer zo bedreigend voor je zijn. Wat voor waanzin ze je ook voorschotelen je zult steeds beter en sneller zien dat ons zijn altijd veilig geborgen blijft in Gods Zichzelf Kennende Zijn.
3 Gebed (oefenen met ware gedachten) in zijn beginvormen is een illusie, want er is geen ladder (geen weg) nodig om te bereiken wat men nooit verlaten heeft.
4 Gebed is echter deel van vergeving (de betekenisloze wereld is niet waar) zolang (ware) vergeving – zelf een illusie – onbereikt blijft. 5 Gebed (oefenen) is verbonden met leren tot het leerdoel is bereikt. 6 En dan zullen alle dingen tezamen worden getransformeerd, en onbezoedeld terugkeren naar de Denkgeest van God. 7 Omdat dit wat geleerd kan worden te boven gaat, kan deze toestand (van louter zijn) niet worden beschreven. 8 De (oefen) fasen nodig om dit (met hulp van gebed) te bereiken moeten echter worden begrepen, wil Gods Zoon, die nu leeft met de illusie van dood en angst voor God, vrede kunnen hervinden .
6 Sluit weer je ogen en besluit dan met:
7 Een betekenisloze wereld baart angst omdat ik denk dat ik wedijver met God.
Hoezo denk ik dat ik wedijver met God? Ofwel: het autoriteitsprobleem ‘ikke zelf doen’
Niet Uw Wil maar mijn wil.
Waar bevindt ons lichaam zich als we aan dromen zijn? In mijn bed, antwoordt jantje in de waaktoestand. Weet je dat de ogen in dat lichaam van jou in bed gesloten zijn en dat je met die ogen hier in de waakdroom niets meer ziet? Dat moest jantje natuurlijk beamen. Maar wat zijn dan de ogen waarmee je in de slaapdroom de wereld ziet? En welke zijn het waarmee je in deze waakdroom de betekenisloze droomwereld vol lichamen ziet? Word je bang als je ziet dat de ogen van ons lichaam in de slaapdroom verschillen van die in de waaktoestand? En dat beiden niet echt kunnen zijn evenmin als de andere zintuigen en évenals onze gedachten? En dat dit inzicht angst baart omdat iets in ons weet dat we ons zelf voor de gek houden?
De Zoon van God voelt zich hierdoor onbewust schuldig. Ergens weet hij nog dat hij zelf de maker van de droom is en vreest daarvoor gestraft te worden door zijn Vader/Schepper.
Dit jaagt hem echter zoveel angst aan dat hij dit weten bewust heeft gedissocieerd waardoor hij niet meer beseft, en al helemaal niet als pop, dat het hele droomgevolg onwerkelijk is, slechts een dwaas idee en nooit echt gebeurd. Door zijn eigen Oorzaak te ontkennen denkt de Zoon van zijn Vader af te zijn. Maar van zijn verborgen en vermeende schuld is hij niet af en dit baart hem veel angst.
Om deze schuld voor zichzelf te verbergen heeft hij zich ogenschijnlijk dubbel afgesplitst van God. Enerzijds in de poppenspeler/scriptschrijver die hij de rol van (ego-dictator-)god binnen het poppenspel gegeven heeft en anderzijds in lichamen ofwel de Jan-Klaassen- en Katrijn poppen.
Zijn eigen rol als ego-god diep weggestopt heeft de Zoon zichzelf gevangen gezet in angstige, elkaar beschuldigende poppen. Onderworpen aan een script van schuld en straf, verlossing zoekend maar niet vindend. Doodsbang voor deze strenge, naziebeul-god die hun straft voor wat ze menen gedaan te hebben en schuldig aan zonde laat sterven.
Sommige poppen denken verlossing gevonden te hebben menende dat de hele droom Gods schepping en wil is, hem aldus beschuldigend van alle lijden in de wereld waar wij als poppen niks aan kunnen doen. En inderdaad als poppen kunnen we dat niet! Maar helaas, zolang men zichzelf niet ontmaskerd heeft als deze poppenspeler-god blijven schuld en angst doorwoekeren.
Als pop hebben we geleerd dat god ons als lichaam geschapen en uit het paradijs verdreven heeft nadat we stiekem een appel van de verboden boom der kennis gegeten hadden. Het eten van deze twistappel en het daarop volgende geloof in goed en kwaad staat symbool voor de afscheiding en dualiteit en ligt aan de oorsprong van het autoriteitsprobleem.
Deze verboden kennis aanbiedende god kán niet de Ware God van Alomvattende Liefde zijn en moet wel de ego-poppenspeler-god zijn. Deze god fungeert als vermomming voor het onderliggende autoriteitsprobleem zodat we op deze manier stiekem onze droomwens kunnen doorzetten.
De Zoon als poppenspeler-god heeft zélf deze appelboom met zijn willekeurige goed-en-slecht regels gemaakt er op deze manier voor zorgend dat wij als poppen ons altijd wel ergens schuldig over voelen. Zo baren alle zondige verledens een wereld vol angst en wordt naar huis gaan een angstaanjagend vooruitzicht. Niemand kijkt ernaar uit om overgeleverd te zijn aan een wraakzuchtige, wispelturige, veroordelende god met willekeurige, veranderlijke rechtvaardigheid-regels, die als een nazibeul ons schuldigen allemaal tot de hel veroordeelt en zijn zoon laat sterven. Hoe kun je nu voldoen aan al zijn waanzinnige, tegenstrijdige regels en voorwaarden, zeker wanneer je niet door hebt dat het om een verzonnen god en dus om betekenisloze wetten gaat? Daardoor voelen we, door onszelf misleid, een enorme angst en weerstand bij het idee de Verzoening te aanvaarden. Want de Verzoening staat gelijk aan de dood voor ons kunstmatige zelf als persoon.
In ieder van ons zit dit idee van schuld verstopt. Iedereen, zelfs de meest heilige onder ons, gelooft dat hij in het zogenaamde verleden bergen zondes begaan heeft. Soms, als we menen niet in een (alziende) god te geloven, wanen we ons veilig binnen onze geheime privé fantasieën-wereld. Die in werkelijkheid niet privé kan zijn want het is een feit dat er maar één Zoon van God is ook al geloven we wat anders. Dus ook als we denken niet in god te geloven worden we achtervolgd door schuldgedachten. Want niet-geloven betekent geloven dat je niet gelooft maar dat maakt de waarheid niet minder waar. Kortom je ontkomt dus niet aan geloof in schuld want deze ego-regels vallen binnen het geloof een persoon te zijn! Het conflict zit al in het basisontwerp van ieders persoonlijkheid, dat zoals we inmiddels weten door onszelf als de poppenspeler gemaakt is.
Dus iedere keer wanneer we de regels van deze ego-god binnen het droomscript overtreden voelen we ons schuldig en ervaren we automatisch angst voor straf. Die straf zit verstopt in een toekomst waar ons en onze geliefden van alles kan overkomen en waartegen we ons de hele tijd proberen te verzekeren. Zo blijft onze aandacht op een (betere of slechtere) toekomst gericht.
In ieder van ons woedt een oorlog tussen geest en lichaam. We voelen ons heen en weer geslingerd tussen wat we voelen als onze neigingen en morele plichten en hebben niet door wat de werkelijke bron hiervan is. Van oudsher wordt, gedicteerd door dit ego-script, vanuit diverse religieuze en moralistische filosofieën beweerd dat we de verleidingen des levens de rug moeten toekeren willen we gods liefde ervaren. Ons persoonlijk, op genot en vergetelheid gericht ‘wangedrag’, zowel in denken als in doen, zou er de oorzaak van zijn dat god zich wel van ons af móet keren en dat dit dus onze eigen schuld is. Ook al denk je een modern en zelfstandig denkend mens te zijn en niks met god te hebben, dit conflict-mechanisme zit in het script en maakt dus deel uit van ieders persoonlijkheid. Het zonde-gedachtengoed zit verankerd in de wortels van onze samenleving en al onze geschreven en ongeschreven regels zijn daarmee doordrenkt. We krijgen het letterlijk met de paplepel ingegoten, het zit verweven in ons dagelijkse taalgebruik. Dus kán het niet anders dan dat we ons schuldig voelen en angstig zijn.
Het is een ingenieus vicieuze-cirkel-mechanisme waaruit we wensen bevrijd te worden door gebruik te maken van het (angst)mechanisme zelf. We wensen zélf te bepalen hoe we bevrijd willen worden en hoe bevrijding eruit hoort te zien. Zoals de boef verkleed als politieagent die zichzelf probeert te vangen; zie hier het autoriteitsprobleem in werking. Ons verzet tegen ongelukkigheid genereert meer ongelukkigheid door de valse hoop waarin het ons gevangenhoudt:
Het is belangrijk om bereid te zijn alle subtiele uitingen van verzet in jezelf te herkennen. Dit kan zich uiten in manipulatief gedrag, het doordrijven van je zin, gelijk willen hebben, je superieur/inferieur voelen.
Ons hooggeëerde ego-intellect geeft ons de waan zelfstandig en ontwikkeld te zijn en dit wordt gebruikt om de ego-wil tegenover Gods Wil te zetten. Dit moet als bijproduct wel angst geven; het laat ons ‘slimme, intelligente’ vragen stellen die geen vragen zijn en onszelf blindstaren op oplossingen die niks oplossen. Het ego poneert zélf een stelling en gaat dan met zichzelf in discussie bijvoorbeeld: wanneer god liefde is en wij lichamelijk de liefde willen bedrijven, wat kan daar dan zo verkeerd aan zijn? Ook niet als we het met de buurvrouw of buurman doen!
Maar het gaat er helemaal niet om of het goed of slecht is, de vraag is: wat geeft het je? Geeft het je echt blijvend geluk of brengt het in zijn kielzog oorlog mee?
Het ego, ervoor zorgend dat we het antwoord binnen de droom blijven zoeken ons aldus daarin vasthoudend, leidt ons slechts af van de wezenlijke vraag: Wat wil / zoek ik écht? Waarom vind ik het maar steeds niet?
We krijgen slechts een voorgeprogrammeerd antwoord op een voorgeprogrammeerde vraag; zoek en vindt niet. Waardoor de waarheid, het simpele feit van het lieflijke heden waarin God al vanzelfsprekend de eeuwige vormloze schuldloze eenheid met ons deelt, totaal verbloemd wordt.
Om elk idee van afgescheidenheid te passeren zal vroeg of laat het autoriteitsconflict onder ogen gezien moeten worden. Dat zit hem niet in wat je doet of laat maar in het goed observeren van ons intellect wat almaar betekenisloze gedachten opwerpt en op meer of minder subtiele wijze steeds in verzet komt. Zo leer je de juiste vragen te stellen; wil je geluk of gelijk? Het ‘werk’ zit hem niet in strenge leefregels maar in het moeiteloos leren schouwen van alle foute én goeie jantjes zonder dat ze, evenmin als het ijsje, de vrijpartij, een biertje enzovoort weg hoeven. Suizend ofwel verwijlend in lekkerheid ontdek je dan dat dit, ook al leek het zo, sowieso nooit van de zintuigen was maar van ons eigenste eigen. Hierin lossen zintuigen en de hele rataplan van ijsjes en lichamen dan moeiteloos op.
Dit geldt natuurlijk voor iedereen, ongeacht cultuur, religie en afkomst. Wanneer verliefdheid het spel in komt en geluk in het lichamelijk samenzijn gehoopt of gevonden lijkt te worden, zal de ‘dualistrijd’ vroeg of laat de pret alsnog bederven. De werkelijke intimiteit van ons eigenste eigen herkennen we meestal niet en wordt verward met lichamelijke intimiteit en persoonlijke liefde. Pogingen om toch die liefde op het wereldse niveau met elkaar te delen en op die manier intimiteit en geborgenheid te vinden kunnen ons uiteindelijk niet anders dan teleurstellen. Ze zijn gebaseerd op het idee van tekort en moeten uiteindelijk wel angst, pijn en ellende opleveren.
In essentie zijn we allemaal op zoek naar werkelijke vrede, rust en de geborgenheid die we missen. Iets in ons herinnert zich nog die fijne toestand van vóór de dualiteit en daardoor zoeken we nu niet aflatend naar het eens ervaren, maar nu gedissocieerde, goddelijke geluk.
Verward als we zijn over zaken als genot en intimiteit, misleid door het ego-script weten we niet meer wat liefde werkelijk is. Leer ervoor open te staan dat we dit onszelf aandoen en dat alle lichamen, wat ze ook doen of laten, onschuldig zijn. Wanneer we de eeuwige Liefde met het Zoonschap en God als één willen delen, moeten we echter wel zien dat lichamen niets met deze liefde te maken kunnen hebben. De non-duale werkelijkheid of waarheid onthult zich pas als we bereid zijn zelf uit deze schijnbare patstelling te komen. Dus is dit niet bedoeld als hint om relaties uit de weg te gaan maar juist om ze aan te gaan vanuit een nieuw niet veroordelend standpunt. Dan zijn ze een geweldig leermiddel om ogenschijnlijk via lichamen aan lichamen voorbij te leren zien en zo te leren wat Liefde echt is. Hierbij zal de rede met het juist gerichte denken, (zie T21 en 22) ons helpen inzien dat we er met ‘jan-klaassen / katrijntje denken nooit uit zullen komen.
Het ego-script met zoek maar vind niet is er puur op gericht de Verzoening niet voor onszelf te aanvaarden. In zijn context betekent overgave aan God en het idee dat je geen lichaam bent, dat je fysiek moet sterven. De dood om misschien een plaats en geluk in de ego-god-hemel te krijgen maar daar ben je niet zeker van dus stel je dat liever uit. Tot het ‘einde’ toe houden we dit vol en wachten dan machteloos op zijn oordeel. Anderen zijn van mening dat dit lichamelijke leven alles is en stellen de confrontatie uit tot het ‘moment van de waarheid’ en gaan angstig ‘ten onder’. Maar soms, pas vlak voor het sterven als er niets anders meer opzit geven we ons toch over en aanvaarden we de dood als ingang naar rust en vrede.
Maar wanneer we bereidheid in onszelf vinden om anders te leren kijken, op een manier die indruist tegen alles wat ons ooit is aangeleerd, zal de HG ons helpen om zonder de gebruikelijk angst, in veiligheid, de oorzaak van deze droom bloot te leggen. Dan kunnen we leren wat overgave betekent zonder dat we daarvoor eerst lichamelijk hoeven te sterven.
5. Gods verlossingsplan werkt eenvoudig omdat je, door Zijn leiding te volgen, naar verlossing zoekt waar ze is. 2 Maar als je daarin wilt slagen, zoals God jou dat belooft, moet je bereid zijn alleen dáár te zoeken. 3 Anders is je doel verdeeld en probeer je twee verlossingsplannen te volgen die in elk opzicht lijnrecht tegenover elkaar staan. 4 Het gevolg kan alleen maar verwarring, ellende en een diep gevoel van mislukking en wanhoop zijn.
Wakker gemaakt worden betekent bereid zijn elk moment het verlossingsplan van de Ware God te aanvaarden, zodat we ontdaan van angsten leren kijken naar deze gedroomde nachtmerrie waarin we schuld en straf niet kunnen ontlopen.
We zien dan dat we nooit bang zijn geweest om de reden die we dachten, maar dat het wedijveren met God (door eigen baas te willen zijn, droombeelden te willen zien en Hem van ons te dissociëren) angst veroorzaakt. We vrezen de wraak van god maar de werkelijke God die Liefde is hebben we ‘achter het behang geplakt’ omdat we zelf schepper/oorzaak wilden zijn in plaats van gevolg.
1.4 Zonde heeft het lichaam ogen gegeven, {} Zintuiglijk waarnemen is niet kennen. En de waarheid kan alleen met kennis (louter kennendheid) zijn gevuld, en met niets anders.
2 Het lichaam is het instrument dat de denkgeest gemaakt heeft in zijn pogingen zichzelf te misleiden.{}
3 Zonde is de bakermat van illusies die slechts staan voor denkbeeldige zaken voortkomend uit de gedachten die onwaar zijn. {}
4 De dromen van een gek zijn angstaanjagend{} En toch is wat de zonde ziet slechts een kinder(poppen)spel. De Zoon van God kan spelen dat hij een lichaam werd, {} Maar al die tijd straalt zijn Vaders licht over hem en heeft Hij hem met een eeuwigdurende Liefde lief, {} Hoelang, o Zoon van God, wil je nog doorgaan met het spel van de zonde? Zullen we dit scherpgekante kinderspeelgoed niet eens afdanken? Hoe snel ben je bereid naar huis te komen? Vandaag misschien? Er is geen zonde. De schepping is onveranderd. Wil jij je terugkeer naar de Hemel nog steeds tegenhouden?
Meestal zal de angst voor de ego-god, bewust of onbewust, nog te hevig zijn om meteen de Verzoening totaal te kunnen aanvaarden. Het feit dat wij als Zoon zélf de maker zijn van deze angst-droom jaagt nog teveel angst aan om ons zomaar over te durven geven. Het voelt nog als onszelf uitleveren zonder zekerheid op een goede afloop. Om vertrouwen te krijgen is het daarom van belang te blijven oefenen met gedachtenonderzoek en juist gerichte gedachten. Dan zal het idee van de Verzoening juist geborgenheid en vrede oproepen.
Tot nu toe waren we niet in staat te zien dat er geen verleden-toekomst en dood bestaat. Laat staan dat we konden bevatten dat we altijd al veilig thuis zijn geweest in Gods -zichzelf uitbreidende- Liefde. De maskerade van het overtuigende egoscript leek, zelfs met dood en verdoemenis, veiligheid te bieden tegen de wraak van god. Tevens gaf het gelegenheid om onze huwelijksbed-fantasieën via poppen/lichamen te blijven uitspelen en zogenaamd eigen baas zijn.
Willen we af van dit schuld en straf scenario dan zullen we onszelf zinnige vragen moeten leren stellen en bewust leren (h)erkennen dat we onszelf ongelukkig en bang maken doordat we gedachten zonder enige werkelijkheidswaarde geloven. En dat al onze houdingen en verleden-toekomst-oplossingen ons niets anders brengen dan ellende.
De Cursus nodigt je uit om, schijnbaar, keer op keer te onderzoeken of de gedachten die je denkt te denken écht waar zijn. Wat ze beweren brengt dat jou NU duurzame vrede of brengen ze onrust en ellende met een vage belofte van beterschap in de toekomst?
Als je goed kijkt betekent de uitspraak dat een betekenisloze wereld angst baart omdat je wedijvert met God jouw bevrijding! Het is een uitnodiging niet langer op jouw eigen persoonlijke oordeelsvermogen te vertrouwen maar op dat in jou wat het wel weet; de HG.
Iets wat geen werkelijke oorzaak heeft kan nooit werkelijk bestaan en geen werkelijke gevolgen hebben. Zo lost het ego-god-schuld-verhaal in een keer op inclusief het idee dat ik wedijver met God. Wat overblijft is de Stem van God met de Vrede van ons ene gedeelde Kennen-Zijn.
3. Alleen de Liefde van God zal jou in alle omstandigheden beschermen. 2 Ze zal je boven elke beproeving uittillen, en je hoog boven alle vermeende gevaren van deze wereld verheffen tot een sfeer van volmaakte vrede en veiligheid. 3 Ze zal jou voeren naar een denkstaat die door niets bedreigd, door niets verstoord kan worden, en waar niets de eeuwige kalmte van de Zoon van God verbreken kan.
Belangrijke noot
Om de structuur in de tekst beter zichtbaar te maken zodat de betekenis van de inhoud misschien makkelijker begrepen kan worden
is de tekst verdeeld in met kleur gearceerde tekstblokken.
Turqoise: de tekst van de les
Geel: de teksten uit de cursus die extra aanvulling geven
Geen achtergrond kleur: toelichting van Jan en Gertrude
Klik hier om dit artikel in pdf formaat te downloaden.